Farman HF 16 (Jero) - de eerste mitrailleurbeschieting vanuit een vliegtuig

De Farman HF 16  was één van de vier door het Ministerie van Oorlog bestelde Farmans die door de Antwerpse firma Jero van de gebroeders Bollekens in licentie werden gebouwd. De eerste ervan was pas op 9 juli 1912 op het militaire vliegveld in Brasschaat, met muziek en een parade van alle toen aanwezige militaire piloten, overgedragen aan de militaire commissie samengesteld uit commandant Mathieu en luitenant Georges Nelis.

De op anderhalve meter van elkaar geplaatste vleugels van de tweedekker, werden gestut door twaalf houten stijlen en waren met staaldraden verspannen. Het toestel had een spanwijdte van amper 7 m en de vleugels een koorde van 1,5 m. De bovenste vleugel was bij deze militaire versie langs weerszijden verlengd met een bijgevoegd vleugelpaneel van 2,5 m, door iedereen 'plan militaire' genoemd, met rechthoekige rolroeren over de hele lengte van het paneel. Die hingen er nu als de slappe was bij neer.

Deze 'plans militaires' konden neerklappen zodat de opbergruimte slechts iets meer dan 7 m breed hoefde te zijn.

Tussen beide vleugels was een vooruitstekende metalen passagiersgondel gemonteerd, net een motorzijspanwagentje met spits oplopende windscherm. Deze bijna volledig gepantserde bestuursschuit was gebouwd volgens de richtlijnen opgegeven door luitenant Nelis. Hiervoor had hij aandachtig de ervaringen bestudeerd die de Italiaanse piloten hadden opgedaan tijdens hun oorlogsopdrachten in Tripoli. Zeker was dat de bepantsering van de passagiersgondel berekend was om de kogels uit een Mausergeweer te kunnen stuiten. Volgens luitenant Sarteel zat men er in elk geval even comfortabel in als in een auto, ondanks het feit dat er amper plaats genoeg was voor 2 personen.

'Pilote-aviateur' Sarteel had vooraan gezeten met achter zich luitenant Julien Stellingwerf. Deze laatste had op vrijdag 16 en zaterdag 17 augustus 1912 in Brasschaat geschiedenis geschreven toen hij er schietproeven hield met een aan boord van een H.F.16 gemonteerde Lewis machinegeweer.

Achter de plaats van de waarnemer was een ovale benzinetank en een oliereservoir voor de 70 pk Gnome motor met duwschroef gemonteerd. Het geheel stond op een bijzonder robuust en zeer laag landingsgestel (0,89 m). Het was een klassiek Farman product bestaande uit een stel verspannen stijlen met een korte schaats tussen twee stellen wielen die met een rubberkoord werden afgeveerd.

Achteraan steunde het toestel op een elastische staartstut, het ideale middel om korte landingen uit te voeren, daar remmen toen nog niet werden gebruikt.

De V-vormige staartbomen waren gebouwd met 4 liggers met 4 verticale stijlen. Bij de latere Farman toestellen verdween dit vooraan geplaatste hoogteroer naar de staartsectie. Hiermee verloren de piloten hun referentiepunt om in horizontale vlucht te vliegen wat in het begin aanleiding gaf tot heel wat ongevallen bij de landingen.

Aan de pers vertelde luitenant Sarteel dat het toestel tijdens de vlucht zeer stabiel was, een kruissnelheid van 105 km/u ontwikkelde en tot 500 m kon klimmen in minder dan 6 minuten. Het nemen van bochten kon met een voor die tijd nog schrikaanjagende steile helling worden uitgevoerd, uiteraard een gevolg van het installeren van echte schuurdeuren van rolroeren.

Datum: 
16/08/1912
Locatie
Bondgenotenlei
Brasschaat
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Major Walter, Vleugels boven Oostende, Flying Pencil, Erembodegem, 2010