Een Vlaams-Amerikaanse Thunderboltpiloot - Robert V. Brulle uit Oordegem

Operatie “Bodenplatte” beperkte zich echter niet tot de vliegvelden in Oost-Vlaanderen en Brabant. Via de provincie Limburg werden de vliegveld Sint-Truiden en As (Genk). Boven Limburg en Wallonië was het de Amerikaanse luchtmacht die zich van de heerschappij in de lucht verzekerde. Zo stond op As bijvoorbeeld de 366 Fighter Group, een eenheid uitgerust met P-47 Thunderbolts. Een van de piloten heette Robert V. Brulle. En voor hem was de overplaatsing van zijn eenheid naar België wel een unieke gelegenheid om zijn familie te verbazen. Maar die familie vergat hij wel even toen die Nieuwjaarsochtend de rust op de Limburgse basis As verstoord werd door het onheilspellende geronk van een vijftigtal Messerschmitts en Focke Wulfs van Major Günter Spechts Jagdgeschwader 11.

Robert V. Brulle was op dat moment in de lucht. Hij en zijn makkers van de 366 Fighter Group gingen meteen tot de aanval over. Robert beet zich in de staart van een Focke Wulf, welke hij met zijn vier .50 machinegeweren aan stukken reet. Het zou zijn eerste overwinning worden. Zijn slachtoffer stortte op enkele kilometer van het vliegveld As tegen de aarde. Helemaal zeker zullen we wel nooit worden, maar er bestaat een reëele kans dat Robert hierbij ofwel de éénogige Geschwaderkommodore van het Jagdgeschwader 11 doodde, Major Günther Specht (32 overwinningen), ofwel één van zijn Gruppenkommandeuren, Hauptmann Horst-Günther von Fassong (75 à 135 overwinningen - zijn exacte conto is onbekend). Deze luchtazen zouden de dood ontmoet hebben in de buurt van Opglabbeek, maar geen van beide heeft een bekend graf.

Maar de belevenissen die Robert V. Brulle voor die Bodenplatte-actie meemaakte zijn niet minder interessant. En ze vormen een heel vreemde  band met onze streek. Want eigenlijk heette hij Robert Vanden Brulle.   

Urbain Vanden Brulle was afkomstig van Oosterzele en huwde Eveline De Groeve uit Oordegem. Kort na het huwelijk ging het jonge Oost-Vlaamse koppel zijn geluk beproeven in de States, voor de modale Belg van die tijd het land van beloften. Wanneer Eveline zwanger was, verkoos zij bij haar thuis in Oordegem te bevallen. De ondernemende vrouw stak de Oceaan over en gaf het leven aan Robert, op het gehucht Schoot, vlakbij het Schoot Kapelleken. Moeder vervoegde haar echtgenoot in Amerika. Robert sleet zijn kinderjaren te Oordegem, toevertrouwd aan zijn oom en tante, Alice en Alfons Hoffelinck. Oom nam zijn neefje Robert mee naar de windmolen langsheen de steenweg naar Gent om er zijn graan te malen. In 1928 keerden zijn ouders terug naar Oordegem. Het herenigde gezin Vanden Brulle verhuisde naar Wetteren. Vader trachtte er een molen uit te baten, maar de zaken liepen niet zo best en nu trok de hele familie naar Amerika. Dat was in januari 1929, Robert was toen vijf jaar oud. Acht jaar later - het gezin woonde in Chicago Illinois - verkreeg vader Vanden Brulle het Amerikaanse burgerschap. De minderjarige Robert werd hierdoor automatisch Amerikaan. Toen de oorlog uitbrak was Robert zestien jaar oud. Tijdens de oorlog werd de Amerikaanse Vlaming bij de Amerikaanse 9de Luchtmacht ingelijfd, en kreeg hij een opleiding voor jachtpiloot op Thunderbolts. Zijn 366 Fighter Group stond aanvankelijk op Engelse bodem, maar als onderdeel van de tactische luchtstrijdkrachten zou de Group dichtbij het landleger opereren. Kort na de landing in Normandie verbleef de 366 Fighter Group op Laon. Op een bewolkte oktoberdag van 1944 vond hij  een eerste gelegenheid om zijn familie in Oordegem en Wetteren te bezoeken, sinds het contact met hen in 1939 verbroken werd :

“Mijn vriend Chuck en ik wandelden over de kasseistenen van Oordegem. “Hey, daar staat mijn oude school, en de kerk”, vertelde ik hem. We trokken een tweetal kilometer langsheen de vruchtbare Vlaamse velden, naar bij geboortehuis. En daar stond de windmolen. We wandelden voorbij de grote weide die ‘s winters onder water stond zodat er een prachtige schaatspiste ontstond  waarover mijn oudere broer me over het ijs sleurde. De drassige bodem was nu bezet door een contingent Canadese soldaten.

Eindelijk kwam het ouderlijk huis in zicht. En bovendien, ik herkende enkele familieleden die voor de deur stonden te keuvelen. Ze draaiden zich om en keken nieuwsgierig in onze richting, zich afvragend wat twee Amerikaanse officieren hier kwamen zoeken. Ze herkenden me niet. Ik was tenslotte erg veranderd, de laatste maal dat ze me gezien hadden was ik nog geen zes jaar oud.

Toen ik dichterbij kwam, sprak ik hen aan in het Vlaams, nog doorspekt met het lokale dialect : “Ik ben Robert Vanden Brulle en breng U veel complimenten van mijn familie in Amerika...” Ze stonden als aan de grond genageld en konden niet geloven dat ik “Roberken” was. In hun ogen was ik nog steeds die kleine jongen. Met wat gebarentaal en gebrekkig Vlaams kon ik hen overtuigen.

Mijn vragen werden overroepen door hun nieuwsgierigheid om te weten hoe het met mijn ouders gesteld was. Ze vroegen zich tevens af hoe het mogelijk was dat ik een officier was. , terwijl de zoon van de burgemeester slechts een sergeant in het Belgisch leger was. In die tijd was er op het Vlaamse platteland nog een echt klasseverschil en je rang in het leger kwam min of meer overeen met je status in de gemeenschap. Omdat ik van bescheiden boerenkomaf was, kon men slechts verwachten dat ik gewoon soldaat was.

Mijn vriend Chuck was ook omringd door mijn familie die niet ophield vragen te stellen. Hij schudde met zijn hoofd en herhaalde voortdurend de woorden “Niet verstaan”. Maar het werd hen toch echt te veel toen ik hen vertelde dat ik piloot was. Ze waren verbaasd en konden niet geloven dat ik zo’n gevaarlijke job uitvoerde.

Ze hadden ook heel wat interesse in de zakken sigaretten, snoep en andere kleinigheden die Chuck en ik meegebracht hadden. Maar de volwassenen hielden niet van de chewing gum. Het vertrek viel zwaar die avond, maar ik beloofde hen eens met mijn Thunderbolt terug te komen.

Een week later moest ik een proefvlucht maken met een gerepareerde Thunderbolt. Ik zette meteen koers naar Oordegem. Ik vloog erg laag, voerde enkele stunts uit en wiebelde met mijn vleugels naar mijn familie die buiten stond te kijken.

Enkele weken later vernam ik wat voor chaos ik in Oordegem veroorzaakt had. De mensen in de buurt dachten dat ik een Duitse piloot was die een doelwit zocht. De lokale buurttram was gestopt en alle inzittenden vluchtten in de gracht.

Die eerste “buzz-job” hielp het nieuws verspreiden over die buurtjongen die nu jachtpiloot was. Ik keerde nog enkele keren naar Oordegem terug. Op een nacht moest ik mijn neef vergezellen naar alle cafés in de buurt. Ik herinners me vaag hoe we in het stikdonker waggelend huiswaarts reden, op een fiets met twee lekke banden over de Oordegemse kasseien.

Elke keer ik met mijn Thunderbolt terugkeerde naar het ouderlijk huis vloog ik boven twee grote bomen die naast de woning stonden. Ik schatte dat ze zowat veertien meter van elkaar stonden, en aangezien de spanwijdte van mijn Thunderbolt twaalf meter bedroeg, wist ik dat ik er tussen kon vliegen. Vooraleer ik uit Europa zou vertrekken, richting Amerika, zou ik hen een show verkopen die ze niet licht zouden vergeten.

Vanop 3700 meter hoogte voerde ik een Split-S uit en haalde de volle 2600 pk uit mijn motor. Tegen een snelheid van zowat 815 kilometer per uur scheerde ik op een halve meter over het dak van het huis, nét tussen de twee bomen. Wanneer ik optrok zag ik mijn familie uit het huis stormen. Ze wuifden naar mij. Welja, ik dacht dat ze naar mij wuifden.

Zes weken later was ik terug thuis in Chicago. Op de tafel wachtte er reeds een brief van mijn tante uit België. Er stond : “Vertel en schrijf Robert dat hij alstublieft niet meer zo snel en zo laag over ons huis mag vliegen.”. Mijn tante gaf dan een opsomming van wat mijn vaarwel-show allemaal teweeggebracht had : “Het plafond stortte in, de koe gaf geen melk meer, de kippen weigerden nog te leggen en bovenal : de hond (die de melkkar trok) was weggelopen”.

Bob V. Brulle bleef in de luchtmacht en werd er Lieutenant Colonel. Hij beëindigde zijn actieve carrière bij Mc Donnel Aircraft (nu McDonnel Douglas), waar hij meehielp bij de ontwikkeling van de F-15-straaljager.

In 1995 keerde Robert Vanden Brulle nog eens naar Oordegem. Ditmaal niet met zijn Thunderbolt, maar met zijn gezin.

“Ik moet het nog steeds aanhoren wat voor schade ik tijdens mijn laatste show te Oordegem berokkende. Maar ze geven toe : ze zouden het nooit vergeten. Het was een oorverdovende climax, misschien wat overdreven, maar het was een overgelukkige thuiskomst.”

Datum: 
01/01/1945
Organisaties: 
Personalia: 
Vanden Brulle Robert
Locatie

Oordegem
be
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: '40-'45 boven Schelde, Dender en Durme, De Krijger, Erpe, 1996