Door het toenemende succes van de Duitse nachtjagers, stuurde de RAF Beaufighters en Mosquito's uit om de Duitse eenheden tijdens hun strooptochten boven hun nesten te verschalken. Hoewel verscheidene Britse bemanningen een thuisvliegende Duitse bommenwerper wisten neer te halen, was er nog geen enkele in geslaagd een overwinning te behalen op een Duitse nachtjager.

Die nacht zond het 605 Squadron zes Mosquito's uit om de acties van de Nachtjagd te verstoren. Sgt Linn, die de Mosquito met het serienummer DZ720 bestuurde, vloog die nacht zijn vijftiende missie. Geleid door zijn navigator, F/O May, vlogen ze richting Sint-Truiden. Ze bemerkten een Do 217N, die zich klaarmaakte om te landen. Het was de G9+JM (Wn.1469) van het 4./NJG 1, bestuurd door Uffz Karl-Heinz Roscher.

Dornierbemanningen hadden dikwijls te kampen met een moeilijkheid die uitsluitend aan dit type toestel verbonden was : de beglazing van de cabine raakte dikwijls bedekt met een laag waterdamp, waardoor de piloot één van de zijraampjes moest openen en enkele toertjes moest vliegen vooraleer hij weer een duidelijk zicht had om te landen. Zo'n toestel, dat rustig rond zijn basis cirkelde met de navigatielichten aan, was een gemakkelijk doelwit. De zware Dornier was geen partij voor de snelle Mosquito. Linn vernietigde de nachtjager bij Aalst (Sint-Truiden). Nadat Roscher zijn twee medebemanningsleden liet springen (radiotelegrafist en boordwerktuigkundige), vond hij bij de daaropvolgende crash de dood. Deze Dornier 217 was het eerste slachtoffer van de Duitse nachtjacht die door een Britse Mosquito neergehaald werd. Het gebeurde haast dag na dag één jaar na de eerste operationele inzet van het 'Houten Wonder'.