Do 17 5K+AR op de Goodwin Sands - Truiense Dornier uniek artefact

Cynrik De Decker, met dank aan Roger Soupart (dit artikel verscheen in 2011 in Contact)

De voorbije maanden gonsde het in de Britse pers van berichten over een spectaculaire vondst onder water. Op de Goodwin Sands, een zandbank voor de kust in het Kanaal, ten oosten van Deal in het graafschap Kent, ligt een haast intacte Dornier Do 17. Het wrak is zo interessant, dat het RAF Museum Hendon plannen smeedt om de Dornier aan het wateroppervlak te halen, te conserveren en uiteindelijk te exposeren.

Een bijzonder interessant project is dit. Niet omdat men tot nog meende dat het ‘Vliegende potlood’ een uitgestorven soort was, maar ook omdat er een onmiskenbaar Belgische link naar dit verhaal is. Het gaat hier immers over de 5K+AR, een toestel van de 7. Staffel van het Kampfgeschwader 3. Deze eenheid was op Sint-Truiden gestationeerd.

We schrijven 26 augustus 1940, een maandag. Die zomer resideerde het Kampfgeschwader 3 ‘Blitz’ in België. De hele eenheid was uitgerust met Dornier Do 17’s en nam deel aan de Slag om Engeland. De I. Gruppe was te vinden in Le Culot, de II. Gruppe en de Stab in Deurne, de III. Gruppe, onder het bevel van Hauptmann Erich Rathmann, verbleef in Sint-Truiden.

De eerste belangrijke missie tijdens de Battle of Britain van deze Truiense III. Gruppe voltrok zich op 26 augustus, wat ons meteen naar de aanzet van dit artikel voert. Die dag verzamelde zich een veertigtal Dorniers van KG 2 en 3 boven Zuidwest-België om de vliegvelden bij Debden en Hornchurch aan te vallen. Ondanks het feit dat de escorte door tachtig Bf 110’s en veertig Bf 109’s verzekerd werd, zou deze aanval uitlopen op een totale mislukking. De Bf 109’s zouden immers op hun maximumactieradius opereren en op hun beurt de Bf 110 moeten beschermen. De Dorniers zouden er het grootste deel van de reis alleen voor staan.

Bij het overvliegen van de Thamesmonding werd de naderende formatie nauwlettend gevolgd op de Britse radarschermen. Maar op het moment dat het grootste deel van de formatie openbrak en richting haven vloog, leek het de Britten dat de formatie wel heel erg groot was, en dat ze richting hoofdstad vloog. De Britten zetten meteen alles in – vrijwel alle squadrons van No. 11 Group zochten de Duitse aanvallers. De gevolgen bleven niet uit: slechts zes Dorniers zouden in hun opzet slagen en het vliegveld Debden aanvallen. Eén voltreffer sloeg in een bunker waarin drie jachtpiloten van No. 257 Squadron verscholen zaten.

Maar de overige Dornierbemanningen werden door maar liefst zeven Squadrons onderschept. De Bf 109’s konden met lege brandstoftanks niet anders dan hun escorteopdracht opgeven.

Vooral de Truiense 7. Staffel deelde in de brokken. Niet minder dan drie machines werden in zee geschoten. Defiants van No. 264 Squadron hadden een vette kluif aan de Duitse bommenwerpers. Met hun .303’s, gemonteerd in een geschutskoepel achter de cockpit, mikten ze op de Dorniers. Feldwebel Willi Effmert slaagde er toch in zijn 5K+AR op de zandbank Goodwin Sands neer te zetten – het was net laag tij. Effmert en zijn bommenrichter, Unteroffizier Helmut Ritzel, overleefden het en sleten de rest van de oorlog als krijgsgevangene in Canada. De radiotelegrafist, de 27-jarige Unterofficier Helmut Reinhardt, en zijn 21-jarige collega Gefreiter Heinz Huhn verdronken. Reinhardts lichaam spoelde later aan de Nederlandse kust aan en ligt begraven in Ysselstein, Huhn rust in Cannock Chase German Cemetery.

De decennia nadien schoven de zandduinen over en weer, en zo kwam het wrak in de vergetelheid terecht. Tot een sportduiker in september 2008 de Dornier in het vizier kreeg, op een diepte van zestien meter. De man had er vier jaar eerder over gehoord van een visser die er zijn netten ooit op stukscheurde. Wessex Archaeology ging tot actie over en onderzocht het wrak met de nieuwste technieken. Bleek dat de 5K+AR op de rug ligt, het bommenruim open. Side-scan sonar leverde schitterende beelden op. Tijdens de daaropvolgende duiken bleek dat de site al geplunderd was. Zo waren minstens twee MG 15-machinegeweren door illegale schattenjagers ontvreemd.

Voorts lijkt de Fliegende Bleistift betrekkelijk intact, en daarom wordt op dit moment werk gemaakt van het bovenhalen ervan. Van restauratie is geen sprake, wel van conservering. Het RAF Museum in Hendon heeft hiervoor immers de nodige expertise in huis, onder meer opgebouwd dankzij de Halifax die uit een Noorse fjord werd bovengehaald. Het opzet is deze Truiense machine als centrale display te plaatsen in de Battle of Britain Beacon, een architecturaal hoogstandje waarin de iconische Slag om Engeland aan een ruim publiek in herinnering gehouden zal worden.

Naschrift: In 2012 werd het wrak geborgen. In juni 2015 bezochten we de restauratiefaciliteiten van RAF Cosford waar de Dornier in de conserveringsfase is. De manager van het Conservation Centre, Darren Priday, vertelde dat het geen makkelijke klus zal zijn om de fragiele huid van deze machine te bewaren. Na een verblijf van 73 jaar in het zoute water voor de Kentish Coast is het aluminium erg aangetast. Het wrak is net uit een cabine waar het 18 maanden met citroenzuur besproeid werd, om de corrosie een halt toe te roepen. De romp ligt ondersteboven, zoals ze gevonden werd, om te vermijden dat ze in elkaar zou zakken.  - zie fotoreportage.

Datum: 
26/08/1940
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Locatie

Brustem
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis, Luchtslag boven het Kanaal, De Krijger, Erpe-Mere, 1994.