Demonstratie in Oostende - Louis Paulhan

Op 16 september 1909, omstreeks half twaalf, kwam de gevierde Franse “opvlieger” Louis Paulhan met zijn gevolg in Oostende toe. Men voerde het bonte gezelschap triomfantelijk per auto door de stad naar een vliegtuigloods. Onopgemerkt waren de kisten met de Voisin van de 'aeroplanist' al ‘s morgen in kisten verpakt per trein in de badstad toegekomen en in karren naar de hangar gebracht. Zodra zij in de houten barak toekwamen begonnen de mecaniciens de kisten open te breken en startten ze met de assemblage van de tweedekker.

Heel die voormiddag wandelden slierten nieuwsgierigen tot in “Ostende Extention” (Mariakerke) in de hoop een glimp van de piloot of zijn “vliegende machine” op te vangen.

Zal hij vandaag vliegen of niet?”, was dé hamvraag. Steeds maar meer badgasten en Oostendenaars dromden samen rondom de houten keet, maar ditmaal kon een indrukwekkende ordedienst, zij het met heel wat moeite, de opdringerige massa op een veilige afstand houden. Alle plaatselijke grootheden kwamen natuurlijk even in de loods een kijkje nemen.

Daar maakten zij kennis met “M. Roger, directeur de la Société d’Aviation et propriétaire de l’appareil, qui est un Voisin et doté d’un moteur Gnome de 50 chevaux.

In amper drie uur monteerden Miscarolle en Brégi, de mecaniciens van Paulhan, geholpen door de Oostendse garagehouder Williame, het frêle toestel. Omstreeks zes uur duwde men de waggelende 'aeroplaan' tussen een dubbele haag nieuwsgierigen naar het strand.

Ter hoogte van de Luikstraat startte Brégi de motor, maar weer verhinderde het opdringerige volkje elke vliegpoging. Opeens stak een flinke zeebries op en veiligheidshalve verkoos Brégi, nadat hij de motor had getest en goed bevonden, het toestel weer in de loods onder te brengen. Tegen zeven uur had men de Voisin weer veilig onder dak. Zeer teleurgesteld droop het publiek af, gepaaid met de belofte dat Brégi morgen een nieuwe vliegpoging zou wagen.

Vrijdag, 17 september 1909

Al zeer vroeg startte Brégi, die in de loods had geslapen, met de voorbereiding van de komende vlucht.

In “Le Carillon” van zaterdag 18 september 1909 vond ik het volgende relaas over de vluchtvoorbereiding bij die eerste echte vlucht in Oostende met een toestel zwaarder dan lucht:

De ochtend gloort; iets gaat gebeuren. Wat? Men werkt al, de loods is open, het slaat zes uur op alle kerktorens. Heeft men de hele nacht gewaakt rondom de grote vogel. Gaat men hem opnieuw proberen? Enkele zeldzame wandelaars en vertrouwelingen zijn daar. Brégi en Paulhan zijn er klaar voor en om kwart voor zeven brengt men opnieuw het toestel naar het strand.

Volgens de verslaggever waaide er slechts een licht verfrissend briesje en een prachtige morgenzon verlichtte het gehele futuristische tafereel.

Terwijl Brégi zich in de stuurkuip installeerde, pet achterstevoren, wrong een mecanicien, vermoedelijk Miscarolle, zich tussen de spandraden en latten achter de motor.

De reporters reppen met geen woord over het voor hen waarschijnlijk onbegrijpelijk ritueel waarbij eerder gul met de oliekan en benzinespuit werd omgesprongen. Het vergde moed en kennis om een Gnome rotatiemotor op gang te trekken.De mecanicien moest zich over de cilinders heen buigen om naar de hoge schroef te reiken. Zijn borst is op slechts enkele centimeter van de motor, die dadelijk tegen meer dan 1.000 toeren per minuut en in een uitbarsting van stinkende rook in zijn geheel om zijn as zal wentelen.

Toen de motor na wat sputteren begon te draaien, luisterde Brégi gespannen naar het geluid tot hij meende dat hij zijn optimale toerental had bereikt. Eenmaal voldaan stak hij met een brede zwaai zijn arm omhoog. Dat was voor zijn schrap staande helpers, gegeseld door een kille schroefwind, het sein om het toestel los te laten.

Na een zeer korte aanloop bracht Brégi het hoogteroer in de juiste opwaartse stand en verhief de 'aeroplaan' zich in de lucht “pour faire un superbe vol de 1.750 mètres en 2’ 15” 3/5”. Dus eigenlijk net iets te weinig om de prijs van 5.000 fr. te winnen. (6) Die prestatie was immers voorbehouden voor de grote baas.

Zaterdag, 18 september 1909: de eerste vlucht van de “Roi de l’Air”

Het spreekt vanzelf dat het lawaai van de vliegmotor al wat benen had naar het strand lokte. Weldra zag de dijk zwart van het volk. Iedereen voelde aan dat de grote gebeurtenis eindelijk zou plaatsgrijpen.

En inderdaad, omstreeks 10 uur, verscheen Paulhan, “le Roi de l’Air” op het strand en nam plaats in zijn toestel. Na het indrukwekkende startritueel werd de motor door een mecanicien op gang getrokken . Zodra Paulhan hoorde dat de motor op volle toeren draaide bracht hij met een ruk zijn opgeheven arm omlaag en lieten de helpers het vliegtuig los. Meteen vertrok de tweedekker en na een verrassend korte aanloop verlieten de wielen het harde zand.

Heel traag verheft het toestel zich en het vliegt weldra boven de golven in de richting van de pier waar men hem met schotelgrote ogen en verrekijkers het toestel volgt. Het is werkelijk een indrukwekkend schouwspel om het te zien schommelen en vervaarlijk overhellen in een vrij krachtige wind. Na een prachtige bocht keert Paulhan even sierlijk naar zijn vertrekpunt terug. Zonder enige moeite zet hij zijn toestel weer aan de grond na een vlucht van 6’ 2”

Uit dit verslag blijkt duidelijk dat Paulhan de heldenrol speelde, want Brégi zorgde er wel voor dat zijn vlucht het publiek naar het strand lokte, maar dat zijn prestatie net iets te kort was om de prijs van 5.000 fr. te veroveren. In een bijna sacrale stilte staarden als gehypnotiseerde toeschouwers ongelovig naar het wonder dat zich voor de opengesperde ogen afspeelde. Zoiets hadden ze nog nooit gezien. Waar de toeschouwers vooral vol bewondering naar keken, waren de ruime bochten die Paulhan boven zee beschreef.

In “Le Patriotte Illustré” noteerde de reporter:

Op een bepaald ogenblik stijgt hij op in de richting van de zee en daar, tussen hemel en water, beschreef hij een geweldige bocht alvorens in rechte lijn te landen op zijn vertrekpunt.

Deze onmetelijk grote bocht naar links “tussen hemel en aarde” was bij toestellen, uitgerust met een Gnome motor heel wat gemakkelijker dan deze naar rechts door het gyroscopische effect van de rondwentelende motor. Bovendien bleef hij met zijn bochten boven zee, om terug te keren naar zijn vertrekpunt, in het zicht van de toeschouwers. Het spreekt vanzelf dat Paulhan op een oorverdovende ovatie werd onthaald, toen hij naast zijn toestel naar de loods stapte. Die hele namiddag bleef een steeds aangroeiende menigte omheen de hangar wachten, maar Paulhan liet zich die dag niet meer zien.

Een uur vliegen = 25.000 fr.

Die vrijdagavond kleefde men zowat overal in de stad de inderhaast gedrukte aanplakbiljetten waarop men aan de stadsgenoten en vreemdelingen het bericht kond maakte dat Paulhan‘s anderendaags, om 10 uur, een vliegpoging zou wagen om de prijs van 25.000 fr. te veroveren.

In “Le Carillon” van 18/19 september schreef de reporter:

Er is een enorme belangstelling vanwege het Oostendse publiek; ook uit de omgeving is een massa volk komen opdagen. Het voortreffelijke weer zal ongetwijfeld Paulhan de kans geven om zijn faam als koning der opvliegers te bevestigen. Van op het staketsel tot in Mariakerke verdrong zich een massa nieuwsgierigen, ongeduldig wachtend op het beloofde schouwspel.

Het plechtige ogenblik nadert, maar de loods blijft dicht. De deur gaat slechts even open om comité leden met witte armband en gewichtig doende mecaniciens door te laten. 

……………

Paulhan aarzelt om het avontuur te wagen. Het tij stijgt ondertussen en die v… wind verhindert de aviateur om te vliegen, hoewel hij er erg zin in heeft.

Om half elf verspreidde zich het gerucht dat Louis Paulhan niet zou vliegen. Een windsnelheid van 7 m per seconde was volgens hem te gevaarlijk.

Om de beurt komen zijn mecanicien en hijzelf telkens met hun anemometer de windsnelheid meten. Elf uur. De zeebries verliest aan kracht. Misschien vliegt hij toch? Half twaalf. Paulhan lijkt hoopvol gestemd; de windsterkte vermindert constant.

Kwart voor twaalf… Paulhan kondigt zijn voornemen aan om te vliegen. Bij de toeschouwers strijden bezorgdheid en vreugde om de bovenhand. In de loods trekt Paulhan snel zijn vliegkledij aan. Met een vetlap smeert hij nog maar eens de spandraden in, controleert alle onderdelen van zijn toestel nauwkeurig, onderzoekt of de motor startklaar is en bindt uiteindelijk de voorgeschreven, met kurk gevulde reddingsgordel om: de vertoning kan beginnen.

Wanneer een mecanicien de loodspoort wijdopen duwt, stijgt een oorverdovend gejuich op. Onder bescherming van de rijkswachters, politieagenten en wedstrijdcommissarissen duwt men de 'aeroplaan' langs de hobbelige Luikstraat, over de dijk, de helling af naar het strand.

Op het harde zand loopt Paulhan een laatste maal langzaam rondom zijn toestel. Aandachtig bekijkt hij de constructie, test de spankabels op hun strakheid en beweegt het richtingsroer en het hoogteroer heen en weer.

Voldaan knikt hij tot zijn helpers. Zij heffen het toestel bij de staart op en draaien het met de neus schuin naar zee gericht. Lenig klimt Paulhan in de open stuurkuip voor de motor en Miscarolle verdwijnt opnieuw tussen de spandraden om de motor op gang te trekken.

Na wat heen en weer geroep, het gieten van een flinke scheut olie in de krukas en een laatste ingreep met de benzinespuit slingert Miscarolle de motor met een grote zwaai op gang. Even verdwijnt hij in een blauwe walm, maar dan ziet men hem snel als een opgeschrikte aap van onder het toestel wegspringen.

Om 11 u. 58’ schreeuwt de piloot naar zijn helpers die het toestel bij de staart vasthouden: “Lachez tout!” en zwaait zijn opgerichte arm naast de stuurkuip naar beneden.

Et comme s’il craignait de souiller la blanche écume d’une petite vague qui vient mourir au pied de son appareil, il quitte, tout au bord de la mer, la terre ferme, qu’il va contempler, du haut de sa grandeur, toute une heure durant.

Il monte, monte toujours, si bien qu’il semble vouloir passer dès le premier tour au-dessus du Kursaal.

Terwijl Paulhan op een hoogte schommelend tussen 50 en 100 m boven het strand telkens na een wijde, vlakke bocht boven zee tussen het staketsel en het Palace Hotel heen en weer vloog, controleerden officiële waarnemers om het kwartier de windsnelheid.

Bij iedere passage werd hij over het hele traject uit volle borst toegejuicht door een met mateloze bewondering vervuld publiek. Voor de kust kruisten tientallen schepen, klaar om bij het geringste teken van gevaar de piloot ter hulp te stomen. Tienmaal vloog hij het traject van het luxehotel naar de pier en terug, circuits die hij aflegde in gemiddeld 6 à 7 minuten.

Hoe voelde vliegen met dergelijke overmaatse kastjesvlieger eigenlijk aan? Ik haalde al bij de beschrijving van de vluchten door Farman te Gent de plastische weergave aan waarmee de Britse pionier Moore-Brabazon de gewaarwording van het vliegen op zo’n door de lucht zwabberende Voisin vergeleek bij het “zitten op een gelatinepudding in een hevige tocht (“sitting on a jelly in a strong draught”). Het is natuurlijk een volmaakt krankzinnige vergelijking, maar zij geeft m.i. treffend dit gevoel van onzekerheid en vereenzaming weer dat de pioniers zoals Paulhan moet overvallen hebben als ze zich in de lucht waagden op een toestel dat onvast onder hen wiebelde en deinde en, voor het in gebruik nemen van de Gnome motor, bijna niet vooruit leek te komen.

Toen Paulhan om twee minuten voor één de vereiste vliegtijd erop had zitten, spreidde zijn personeel duidelijk zichtbaar voor de gaanderijen op het strand een heel grote vlag uit om Paulhan de plaats aan te duiden waar hij zijn vliegtuig veilig aan de grond kon zetten. Door het ondertussen opgekomen hoge tij stond immers het strandgedeelte bij Mariakerke, dat hij als startplaats had gebruikt, volledig onder water.

Paulhan zette zijn motor af en probeerde zwevend zijn doel te bereiken. Maar hij zat iets te hoog, misrekende zich en vloog voorbij het met de vlag aangeduide landingspunt. Toen probeerde hij maar zijn vliegtuig neer te zetten voor het Sacré Coeur gebouw op de geplaveide helling die van het strand naar de dijk opliep. Net toen hij zijn wielen bijna op de grond had, liep het mis.

Met een plons in zee

In “La Conquête de l’Air” van 1 oktober 1909 kan men lezen:

Op het uur waarop hij na het winnen van de 25.000 frank moest landen, markeerde men de landingsplaats door het openleggen van een vlag. Paulhan vloog echter voorbij het aangeduide doel en zette zijn dalende vlucht nog wat verder door.

Het vliegtuig stortte pardoes neer dicht bij het strand in de branding.

In datzelfde tijdschrift, maar tien dagen later, n.l. op 10 oktober, vinden we:

Maar hij had zich een beetje misrekend. De vloed was opgekomen en in plaats van te landen plonsde hij in zee. Het toestel zette zich neer op de golven, die al de voet van de dijk likten, en Paulhan steeg er uit zoals Lohengrin.

“Le Patriotte Illustré” weet nog te melden:

De geplaveide dijkhelling missend, voerde Paulhan een bruuske landing uit en zette zijn toestel neer in zee.

Tot slot in “Le Carillon” schreef reporter “Potard”:

Paulhan wint de prijs van 25.000 fr, hij wint hem … in een bad, want op het ultieme moment gaat hij kennis maken met de golven. Deze kleine plons was echt indrukwekkend, maar helemaal buiten zijn wil.

Vermoedelijk werd het toestel tijdens het afronden net voor de landing op het laatste ogenblik door een krachtige, van tegen de dijk teruggeslagen windstoot uit zijn koers gedrongen, zodat Paulhan naast de geviseerde helling met een smak op de golven terechtkwam.

Even dreef het toestel, met Paulhan rechtopstaande in zijn stuurkuip, hulpeloos op het water, maar eens het korte moment van verstarring voorbij, sprongen enkele moedige omstanders in zee en hielpen de mecaniciens om de vlottende “cage à poules” (kippenhok) op het droge te krijgen.

Voorzichtig duwde men de druipnatte Voisin de helling op naar de dijk. Pas daar kon iedereen duidelijk zien dat de staartcel, waarop in grote cijfers het deelnemersnummer 20 stond, en het voorlijk geplaatste hoogteroer zwaar beschadigd werden bij de plons in zee.

Om kwart over één stond de “Octavie n° 3” weer op de dijk. De vlucht had precies 1 u. 1’ 1” geduurd. Omringd door rijkswachters, comitéleden en allerlei gelegenheidshelpers sleurde men het toestel onder het hysterische bravogeroep van de menigte naar de stadsloods.

In “Le Carillon” van 18/19 september 1909 besloot de journalist:

Nuchter reagerend na de triomf beveelt Paulhan zijn mecanicien om een droge broek te gaan aantrekken en daarna zo snel als mogelijk naar de loods terug te keren om het toestel voor transport in te pakken. Om 7 uur moet hij naar Spa vertrekken.

Eigenlijk had Paulhan beloofd om omstreeks 17 u als extraatje nog naar Blankenberge en terug te vliegen, maar daar zijn toestel beschadigd was, kwam daar niets meer van in huis.

Gevierd en gehuldigd als een held vertrok deze illustere luchtvaartpionier in de vroege ochtend per auto naar Spa, andere triomfen en vliegpremies tegemoet.

De beslissing om ondanks het snel opkomende getij het risico te nemen om toch te starten, was duidelijk ingegeven door zijn wens om tijdig in Spa toe te komen om nog daar aan de vliegweek deel te kunnen nemen. Dat was bijzonder spijtig voor Oostende, want anders hadden we hier, en dat voor de tweede maal, de eerste vlucht in België tussen twee steden in de annalen kunnen noteren.

Paulhan verbleef slechts enkele dagen in Oostende, maar na al die jaren was zijn verblijf in de Koningin der Badsteden bij velen tot laat in de vorige eeuw onuitwisbaar in hun herinnering bewaard gebleven.

Datum: 
17/09/1909
Toestel: 
Locatie

Oostende
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Major Walter, Vleugels boven Oostende, Flying Pencil, Erembodegem, 2010