De Belgische Aero Club nam de beslissing om een “Circuit National” te organiseren met de medewerking van alle nationale luchtvaartverenigingen en onder de auspiciën van negentien Belgische gemeenten. Het was een rondvlucht over België in vijf etappes met een totale afstand van 677 kilometer, met begin- en eindpunt te Brussel.
De wedstrijd vond plaats van 6 tot 23 augustus 1911. Onderweg moesten de deelnemers op bepaalde controlepunten landen.
Tien Belgen en acht Fransen schreven zich in. De Belgen waren Alfred Lanser, Jan Olieslagers, Jules Tyck, Henri Crombez, Fernand Lescarts, Paul Hanciau en Joseph d’Hespel.
Door het erbarmelijke weer liep de hele organisatie reeds op de eerste dag in het honderd, zodat de meeste piloten pas 's anderendaags konden starten.
Zondag 6 augustus: eerste etappe Brussel - Edingen - Nijvel - Châtelet - Beaumont - Bergen (130 kilometer)
Deze zondag bracht de deelnemers van Sint-Agatha-Berchem naar Casteau bij Bergen. Alfred Lanser zette zich meteen aan de leiding met een tijd van 2 uur 40 minuten en 27 seconden, voor Jules Tyck en Henri Crombez. In Casteau kaapte hij nog een extra prijs weg door rond het belfort van Bergen te vliegen en vervolgens naar het kasteel van prins de Croy in Roeulx.
Dinsdag 8 augustus: tweede etappe Bergen (Lessen) - Geraardsbergen - Doornik (74 kilometer)
De reis van Bergen naar Doornik was er een met hindernissen. Lanser kreeg af te rekenen met motorpech en moest een noodlanding maken in en klaverveld, vlakbij een molen en op één kilometer van het controlepunt in Geraardsbergen. De landing was nogal ruw waardoor de schroef brak en ook de landingschaatsen beschadigd raakte. De piloot zelf bleef ongedeerd. Met de auto zette hij zijn reis naar Doornik verder om er zijn mecaniciens op te halen. Tegen 10 uur ’s avonds kwam hij eindelijk met zijn vlieger aan in Doornik. Daarna ontspon zich een erg “commercieel” telefoongesprek met graaf d’Hespel. Beide mannen gooiden het op een akkoord. Lanser zou woensdagochtend de tweede etappe verder afwerken op de eendekker Deperdussin van d’Hespel. Hij vertrok zo vroeg mogelijk vanop het terrein in Doornik naar Geraardsbergen en vloog dan vandaar terug naar Doornik. Omdat hij uiteindelijk de tweede etappe had beëindigd mocht hij verder deelnemen aan de Ronde van België.
Donderdag 10 augustus: derde etappe Doornik - Kortrijk - Menen - Ieper - Oostende - Blankenberge (113 kilometer)
Toen de deelnemers op 10 augustus in Doornik moesten starten (derde etappe), bleven er van de aanvankelijk achttien deelnemers nog slechts vijf over in competitie.
In “Le Carillon” van 13 augustus stond het allemaal in geuren en kleuren beschreven:
Ongeveer om 6 u. meldde men ons uit Doornik dat Tyck, d'Hespel, Lanser en Contenet respectievelijk om 5 u. 30, om 5 u. 35, om 5 u. 40 en om 5 u. 45 waren opgestegen. Het publiek begon weer enige hoop te koesteren. Later deelde men ons mee dat Tyck om 5 u. 54 in Kortrijk was geland, d'Hespel om 6 u. 17 en Contenet om 6 u. 38. Tyck vliegt boven Ieper om 6 u. 27 en d'Hespel om 6 u. 31. Contenet moest een noodlanding maken in Menen, waar hij besloot de nacht door te brengen. Alhoewel de hevige storm zijn toestel heen en weer slingert, besluit d'Hespel zijn luchtreis naar Blankenberge voort te zetten. Hij vliegt echter verloren en uitgeput door zijn strijd tegen de elementen, landt hij bij Veurne.
De nieuwtjes volgen elkaar nu zeer snel op. Men verspreidt het bericht dat Lanser zou gekwetst zijn. Daar is echter niets van waar. Lanser maakte tijdens de start in Doornik een neusstandje, maar hij is ongedeerd. Tyck is de felste doordrijver gebleken. Hij is geland in Palingbrug tussen Westende en Nieuwpoort. Er blijven bijgevolg nog vier 'aeroplanisten' over. Zij zullen zonder twijfel deze morgen in Blankenberge arriveren.
En inderdaad die morgen om 11 uur bereikten vier deelnemers de familiebadstad.
Zaterdag arriveerde ook Parisot in Blankenberge en 's avonds won hij de prijs van 600 fr. die was uitgeloofd voor een circuit omheen Blankenberge.
Zondag 13 augustus: derde etappe Blankenberge - Gent - Zelzate - Antwerpen (106 kilometer)
De hevige oostenwind maakte elke vlucht levensgevaarlijk. Tyck wou het toch proberen, maar al bij de start sloeg zijn toestel over de kop en werd het gedeeltelijk vernield. Hijzelf bleef gelukkig ongedeerd.
Na wat nachtelijk schrijnwerk kon hij op maandag 14 augustus om 4 u. 30 toch samen met de andere deelnemers uit Blankenberge vertrekken. Lanser moest onderweg bij Lissewege nog inderhaast een noodlanding uitvoeren toen zijn motor met een laatste kuch stilviel. Na een korte glijvlucht kwam hij veilig neer in een weide en kon hij na wat sleutelen en bijregelen de motor weer starten en zijn weg vervolgen.
Dinsdag 15 t/m woensdag 23 augustus : vijfde etappe Antwerpen - Leuven - Orp-le-Grand - Huy - Brussel (180 kilometer)
Uiteindelijk zou Jules Tyck in Berchem als overwinnaar de prijs van 20.000 fr. opstrijken. Hij had er heel wat meer voor moeten presteren dan Paulhan die enkele jaren voordien met één uurtje vlucht boven het strand in Oostende 25.000 fr. incasseerde.
De uitslag:
1. Jules Tyck op een Blériot, hij was de enige die alle vluchten regelmatig en met alle verplichte controles had afgewerkt. Hij kreeg 25.000 frank en de beker van de koning.
2. Alfred Lanser op een Deperdussin
3. Graaf d’Hespel op een Deperdussin
4. Contenet (Fransman) op een Wright-Avia
5. Parisot (Fransman) op een Farman
