De oprichting van het 5de Smaldeel met burgerpiloten

In de loop van die laatste vier jaar voor de oorlog had zich in België een select groepje piloten gevormd. Meestal waren die pioniers van adel, avontuurlijke rijkeluizonen of succesrijke sportsmen, die met hun vliegtuigen op meetings hun vliegkunsten vertoonden en met de opleiding van nieuwe adepten probeerden hun sport te propageren.

Hoe reageerden zij op deze oorlogsverklaring? Zoals het helden paste, namen alle burgerpiloten spontaan vrijwillig dienst in het luchtleger. Prins Henri de Ligne, graaf Joseph d’Hespel, baron Pierre de Caters, Henri Crombez, Jules Tyck, Jan Olieslagers en René Vertongen spoedden zich naar het militaire vliegveld in Brasschaat en brachten meestal hun persoonlijk(e) vliegtuig(en), reserveonderdelen en mecaniciens mee. Zij wisten immers beter dan wie ook hoe weinig vliegtuigen onze stiefmoederlijk behandelde militaire luchtvaartdienst bezat.

Toen de oorlog begon, beschikte korpscommandant E. Mathieu over slechts vier smaldelen uitgerust met vier Henry Farman HF 20’s waarvan er slechts twee smaldelen echt operationeel waren. Met de Belgische pioniers vormde commandant Emile Mathieu een vijfde smaldeel. Hij plaatste sergeant Henri Crombez, ter plaatse bevorderd tot adjudant, aan het hoofd van de nieuwe eenheid.

Voorts werden ook Jan Olieslagers, Jules Tyck en d’Hespel bij het smaldeel ingedeeld. Olieslagers en Tyck hadden een Blériot XI A2. Beide toestellen waren van Olieslagers, die op 2 augustus ook zijn auto’s en mecaniciens ter beschikking van de Minister van Oorlog gesteld had. d’Hespel vloog een Morane terwijl op Brasschaat nog de in Brussel geconfisqueerde Deperdussin “Monocoque” in reserve gehouden werd.

Tyck en d’Hespel verkenden de 12de de Getelinie. Hun vlucht werd gecontroleerd door een HF 20 van het vierde smaldeel met Dhanis en Bronne er in. Alle drie landden de vliegtuigen te Leuven. Van daar vertrok d’Hespel naar Etterbeek om er een conversieschool voor Maurice Farman te beginnen met vijf MF13’s. In de namiddag kwam ook Jan Olieslagers met zijn toestel te Leuven aan en ontdekte Richard met zijn HF 20 een vijandelijk infanteriebataljon op de weg Venlo-Kalderkirchen en cavalerie op de weg Hasselt-Hechtel.

Ondertussen was de 13de ook Crombez met de Deperdussin naar Leuven gevlogen. Daar begon het vijfde smaldeel langzaam vorm te krijgen.

De Blériot XI A2 van Jules Tyck werd op 13 augustus door technische moeilijkheden uitgeschakeld, terwijl de dag daarop Paul Hanciau de Morane Parasol vernielde.

 

 

Datum: 
02/08/1914
Organisaties: 
Locatie


Type Locatie: 
Incident