De derde Oostende luchtvaartshow in 1911

In 1911 besliste het bestuur van de Oostendse vliegclub, om op eigen houtje een denderende luchtvaartshow te organiseren, die net zoals de vorige jaren, het badseizoen van “La Reine des Plages” met een knaller zou afsluiten.

Als deelnemers werden hiervoor ingeschreven: Védrines, Gilbert en Train, allemaal Franse helden die met succes aan de “Ronde van Europa” hadden deelgenomen en natuurlijk ook René Cozic. Het spreekt vanzelf dat de plaatselijke luchtvaartmaatschappij deze kans om eindelijk voor eigen publiek te kunnen schitteren in een echt select gezelschap niet wou missen.

Het eerste bericht over het geplande luchtvaartgebeuren verscheen in een Brusselse krant, iets wat de reporter van “L'Echo d'Ostende' moeilijk kon pruimen. In het hieronder opgenomen krantenbericht, verschenen op zondag 3 september 1911, liet hij dan ook niet na zijn wrevel hierover op papier te zetten.

EEN LUCHTVAARTCIRCUIT AAN DE KUST

Een Brusselse krant kondigt aan dat het bestuur van de A.C.O.L. zopas een contract heeft afgesloten met de aviateurs Védrines, Gilbert en Train, de helden van de luchtvaartronde van Europa.

Deze 'aeroplanisten' zullen vliegen, zo beweert men althans, op 7 en 8 september op de hippodroom Wellington.

Ziedaar een bericht dat ons allen zal verheugen en wij houden er dan ook aan om de bestuursleden van de A.C.O.L. met hun initiatief te feliciteren.

We zien ons evenwel verplicht een aanmerking te formuleren waarvan, zo hopen we althans, de beheerste toon onze inmenging zal verontschuldigen. Waarom moet het bericht van dergelijk uitstekend nieuws ons via de Brusselse pers bereiken? En waarom werden de plaatselijke kranten niet op de hoogte gebracht door de A.C.O.L., een bijna officieel organisme, dat er toch zou moeten op toezien dat bladen uitgegeven in de stad waar zij resideren niet genegeerd worden bij hun aankondigingen van gebeurtenissen die zo nauw bij het seizoenleven aan de kust zijn betrokken!

Het was de eerste maal dat men in Oostende van plan was een vliegmanifestatie niet gratis op het strand te houden. Weer hield het Oostendse stadsbestuur de beide handen stevig op de stedelijke geldbeugel, grote sponsors waren er niet en men hoopte dan maar dat de betalende toeschouwers voldoende in de kosten zouden bijdragen om de meeting te betalen .

Amper een week later kon men bij het lezen van de hieronder aangehaalde mededeling, verschenen in “Le Carillon” van 9 september, vaststellen dat er opnieuw ergens een flinke kink in de Oostendse kabel was gekomen.

De meeting die moest plaatsgrijpen op 7 en 8 september werd uitgesteld tot maandag 11, dinsdag 12 en woensdag 13 september. Hierdoor kunnen de 'aeroplanisten' Védrines, Gilbert en Train niet meer aan het vliegfeest deelnemen, daar zij op die dagen in Frankrijk moeten vliegen tijdens de aldaar gehouden legeroefeningen. Zij zullen vervangen worden door Henri Crombez en graaf d'Hespel.

Wat was er nu weer aan de hand? Hoe de spreekwoordelijke vork precies in de steel zat, heb ik helaas nooit kunnen achterhalen. Maar die wijziging van datum had heel nare gevolgen. Door het verschuiven van het vliegfeest naar een latere datum konden de Franse pioniers niet meer in Oostende vliegen, want zij waren opgevorderd om dan deel te nemen aan de Franse militaire manoeuvres. Ook Cozic, die weer in Denemarken contractueel moest vliegen, vertrok meteen op 8 september per schip uit Antwerpen.

Maar wanneer de nood het hoogst is, dan is de redding vaak heel dichtbij.

Op vrijdag 8 september 1911 had Crombez nog geen weet van het zich ontrollende drama. Hij was met zijn Sommer tweedekker uit Nieuwpoort rechtstreeks naar Oostende gevlogen om er tijdens de aangekondigde vliegmeeting de Franse beroemdheden te begroeten. Toen hij omstreeks half één voor het Royal Palace Hotel op het strand landde, werd hij door de radeloze bestuursleden van de A.C.O.L. aangeklampt en gesmeekt of hij maandag als luchtvaartvedette in Oostende wilde optreden. Verrast, maar heel geëerd, stemde de jonge Crombez grootmoedig toe. Toen hij de ware toedracht vernam, stelde hij voor om ook zijn vriend en mentor, graaf d'Hespel, hierover te polsen. Misschien kon ook die helpen! Die vriendelijke edelman had tijdens de ronde van België toch ook, als enige deelnemer, spontaan aanvaard om een tocht van Blankenberge naar Oostende te vliegen. Gretig gingen zij op zijn voorstel in. Na een telefoontje beloofde de graaf spontaan zijn medewerking. De schande dat op hun vliegfeest het publiek niet eens 'aeroplanen' zou zien, bleef hen gespaard dank zij de welwillendheid van Crombez en graaf d'Hespel.

De redders in de nood

Henri Crombez was toen samen met Geo Mestagh één van onze jongste Belgische piloten. Hij was geboren in Lombardsijde op 17 mei 1893, maar woonde op het familiedomein in Doornik.

Toen de Fransman Louis Paulhan daar in 1909 boven zijn huis kwam vliegen, nam hij eerst Mevrouw Crombez en later haar zoon Henri mee voor een korte doopvlucht.

Zoals blijkt uit een later gerapporteerd gesprek dat Crombez had met Paulhan, nam de jongeling toen al het onwrikbare besluit 'aeroplanist' te worden. Nadat Henri Crombez zijn afgod na de vlucht bedankt had en gefeliciteerd met zijn vliegvirtuositeit, liet hij zich ontvallen dat het vliegen hem zo gemakkelijk en vanzelfsprekend leek.

Geloof dat maar niet, jonge man, zei Paulhan. Indien het u gemakkelijk lijkt dan vergist u zich schromelijk. De inspanning van de piloot tijdens het vliegen moet immers constant aangehouden worden. Geen enkel ogenblik mag hij zijn aandacht laten afleiden.

Maar, merkte Crombez op, u geeft dergelijk zelfzekere indruk...

Dat is slechts uiterlijke schijn, verklaarde Paulhan. Bijvoorbeeld wanneer u met een moto rijdt, dan helt u naar de zijde over waarheen u draait en die beweging lijkt u heel natuurlijk. Maar in de lucht is dat niet zo en u moet uw bochten goed vlak nemen om niet op de vleugel af te glijden. Een enkele onoplettendheid is hier meestal fataal.

Desondanks blijft het mijn droom om ooit piloot te worden, repliceerde Crombez, toen amper 16 jaar oud.

Indien u gelooft dat dit uw roeping is, dan zult u slagen, maar geloof me vrij, Mijnheer, het ware heel wat verstandiger indien u dergelijk risico niet zou nemen.

Hoeft het gezegd dat deze goedgemeende raadgeving geen domper kon zetten op het jeugdige enthousiasme van Henri.

Pas in de lente van 1910, en dat na heel wat gezeur, kon Crombez zijn droom realiseren toen zijn vader hem de toelating gaf om in Kiewit bij ridder Jules de Laminne te leren vliegen.

Die had de alleenverkoop verkregen van de toestellen Farman en hij had kort na de jaarwisseling bij Hasselt een vliegschool opgericht in de hoop met de verkoop van vliegtuigen, o. a. aan het leger, en het geven van een vliegopleiding zijn eigen vliegpassie verder te kunnen beoefenen.

Nadat Crombez enkele uren als leerling-piloot passief met hem had rondgetoerd, weigerde de ridder hem solo te laten vliegen. Hij had op 7 juli 1910 aan generaal Hellebaut, Minister van Oorlog, beloofd om zo snel mogelijk Belgische militairen tot piloot op te leiden. De schrik dat  zijn onhandige leerling zijn enig toestel in de prak zou vliegen, vond hij een te hoog risico.  Baron de Caters zat gewoon klaar om in dergelijk geval het hele trainingsprogramma over te nemen met als bonus de mogelijkheid om ook de vliegtuigbestellingen in te palmen.

Daarom moest Henri naar Etampes (Frankrijk) om solo te mogen vliegen. Op 18 oktober 1910 behaalde hij er, na het slagen in de drie vereiste vliegproeven, zijn zo begeerd vliegbrevet. Fier als een gieter kocht senator Crombez voor hem tweedehands aan graaf Joseph d'Hespel zijn oude Voisin Sommer.

Over dit toestel schreef baron Willy Coppens de Houthulst in zijn luchtvaartklassieker: “Une figure de proue: Jan Olieslagers” (p. 126):

Het was de echte “cage à poule (kippenhok), een tweevlaksvlieger met lange dunne stijlen, doorkruist door wel honderd staaldraden. Het vliegtuig had grote getande, halfcirkelvormige rolroeren die net grote oren leken en die bij een stilstaand toestel slap neerhingen. Er was een stabilo vooraan en een stabilo achteraan. Achter de piloot draaide een 50 pk Gnome motor en tussen de vleugelvlakken was een cilindervormige benzinetank opgehangen met halfrond kalotje in leder. De piloot zat op de rand van de onderste vleugel, de voeten bungelend boven het ijle.

Dat toen al wat verouderde toestel had een lengte van 11 m, een spanwijdte van 15,5 m en een draagoppervlak van 50 m². Het woog 450 kg en kon een snelheid halen van 80 km / u. Het was met dat toestel dat Crombez aan de Oostendse luchtvaartshow zou deelnemen.

De eerste dag: 11 september 1911

Onmiddellijk na het telefoontje had graaf Joseph d'Hespel zijn mecaniciens op de hoogte gebracht en nog diezelfde dag werd het toestel ingepakt en met de trein naar Oostende vervoerd. In de stadsloods in Mariakerke assembleerden de mecaniciens inderhaast de eendekker. Op maandagmorgen duwde men het vliegtuig met uiterste zorg naar de hippodroom Wellington, een paar honderd meter daarvandaan.

In verband met die eerste dag van de meeting schreef de verslaggever van “Le Carillon”:

Dank zij een prachtweertje startte de vliegmeeting in Oostende onder een gunstig gesternte.

Omstreeks 5 u steeg graaf d'Hespel op om met de reeks aangekondigde vluchten te beginnen. Hij verdween meteen in de richting van de stad voor een rondvlucht. Toen de graaf daarna wou landen verscheen uit de richting van Nieuwpoort de sympathieke en jeugdige “homme-oiseau” Crombez aan de horizon. Beide piloten landden zonder problemen. Enkele minuten later vertrokken ze alweer. Graaf d'Hespel voerde 3 vluchten uit, waarmee hij gedurende 50 minuten “dans les airs” (in de lucht) evolueerde.

Officieel heeft men genoteerd dat de moedige piloot een hoogte van 725 m bereikte. M. d'Hespel voerde daarna met zijn toestel enkele spiralen uit, iets wat het publiek in verrukking bracht. Vandaag, dinsdag, zal hij pogen een bom te werpen op een doelwit: een vierkant met welbepaalde afmetingen.

M. Crombez heeft eveneens uitstekend gevlogen. Hij heeft een passagier meegenomen en bleef op een hoogte van ongeveer 300 m rondvliegen. Ondanks zijn jeugdige leeftijd heeft hij, met de beide vluchten die hij heeft uitgevoerd, afdoende aangetoond dat hij een uitzonderlijke vliegvaardigheid bezit

Zoals uit dit bondige verslag blijkt, volstond het toen nog steeds om wat rond te vliegen en op een 'fantastische' hoogte te vliegen om het publiek zoet te houden. Uit de tekst blijkt eveneens dat men vooral graaf d'Hespel tot de grote vedette promoveerde, want Crombez, ondanks de demonstratie van zijn virtuositeit in de lucht, was hiervoor blijkbaar te jong.

Op te merken valt wel dat graaf d'Hespel al in 1911 bij deze feestelijke gelegenheid aankondigt dat hij het gooien van een bom zal demonstreren met een zware steen. Hij zou proberen tijdens het overvliegen die naar een bepaald doel te werpen. Was toen dergelijke behendigheid nog te beschouwen als een soort circusact, drie jaar later zou een Duitse Taube echte bommen gooien op het weerloze Oostende. Of hoe de fictie soms door de realiteit wordt achterhaald.

De vliegende graaf

Graaf Joseph d'Hespel had zich aanvankelijk een Sommer tweedekker aangeschaft. De jonge graaf maakte van de meeting in Stokkel (van 23 juli tot 4 augustus 1910 bij Brussel) gebruik om zijn vliegbrevet te behalen. Hierover verscheen in “L'Aube de l'aviation”, geschreven door aerofilatelist J. Henin:

Op 27 juli 1910

Graaf d'Hespel legt met brio zijn vliegproeven af en behaalt het brevet van piloot.

Op 28 juli 1910

d'Hespel vernielt zijn toestel door van een hoogte van 40 m omlaag te storten. Hij komt er ongedeerd van af.

Zoals blijkt uit deze tekst, konden piloten die nog geen vliegbrevet hadden, toen toch al deelnemen aan een vliegmeeting. Begrijpelijk dat dergelijke voortvarendheid vaak faliekant afliep. De graaf had eerst de Sommer tweedekker gekocht om met dat toestel deel te nemen aan de Ronde van België. Maar na de povere prestaties besloot hij na het ongeval in Stokkel, hij om een veel snellere Deperdussin eendekker aan te kopen. Nadat de Sommer weer was opgelapt, verkocht hij die voor hem te makke machine door aan de onervaren Crombez.

De tweede dag: 12 september 1911

In “Le Carillon” van 13 september 1911 verscheen over de tweede dag van het luchtvaartfeest het hierna vertaalde verslag:

Zoals tijdens de eerste dag werd ook de tweede dag van de meeting begunstigd door een prachtweertje.

Vanaf 3 uur verdrong zich een dichte menigte in de omgeving van de hippodroom om er van nabij de vluchten van de 'vogelmensen' te kunnen volgen. Het is evenwel pas om 5 u 10 dat d'Hespel in zijn Deperdussin eendekker opstijgt. Zoals maandag beschrijft hij opnieuw talrijke zelfzekere spiralen boven zee en stijgt tot een hoogte van 820 m “officiellement enregistrée”.

Op een bepaald ogenblik was hij nog slechts een stipje aan de blauwe hemel. Hij landt om 5 u 21' 30”. Zijn eerste vlucht heeft dus precies 11 min. 30” geduurd. d'Hespel rust even uit vooraleer zich naar de duiven schietstand te begeven. Daar overhandigt baron de Vrière hem een mooie beker, terwijl hij hem hartelijk feliciteert met zijn prachtprestaties.

Graaf d'Hespel deelt mee dat hij straks uit zijn vliegtuig een bom zal werpen. En inderdaad, om 5 u 58' herneemt de 'aeroplanist' zijn opwindende vertoning. Na een uitstekende start wendt hij zijn toestel in de richting van Middelkerke en stijgt tot op een hoogte van 600 à 700 meters.

Daarna beschrijft hij een steile bocht boven zee. Daar voert hij op meesterlijke wijze een reeks indrukwekkende spiralen uit om uiteindelijk terug te komen tot boven het poloplein.

Terwijl hij er over vliegt, lanceert hij van op een hoogte van 300 m een enorme steen die op precies 49 m inslaat van het met een kalkvlek op het grasperk aangeduide doel.

d'Hespel vliegt daarna opnieuw in de richting van de stad, evolueert eerst nog even boven zee en om 6 u 14 ' daalt hij in glijvlucht op het grasveld neer als een gelukkige, maar na een lange reis vermoeide vogel. Hij had gedurende 16' 24” gevlogen.

Tijdens het uitstappen werd de sympathieke aviateur geestdriftig toegejuicht.

Daarna verstrekte hij met de grootste gewilligheid aan de aanwezigen overvloedig uitleg over de werking van de vleugels en in het bijzonder over het kromtrekken ervan. Daaronder noteerden wij: de piloot Christiaens, pas terug uit Indië, volksvertegenwoordiger A. Buy, baron de Vrière en de heren Willy de Brauwer, Van Lede, dirigent Rinskopf, etc.

Over Crombez wordt met geen woord meer gerept. Was hij die dag niet komen opdagen of waren zijn vliegprestaties het vermelden niet waard? Feit is dat hiermede de derde Oostendse luchtvaartshow eindigde, want een felle wind verhinderde op woensdag 13 september dat de piloten d'Hespel en Crombez de aangekondigde vluchten uitvoerden.

Datum: 
11/09/1911
Personalia: 
Crombez Henri
d'Hespel Joseph
Locatie
Sportstraat 48
Oostende
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
Major Walter, Vleugels boven Oostende, Flying Pencil, Erembodegem, 2010