De afstandsvlucht Wilrijk – Oostende - Wilrijk (13-20 september 1912)

Luitenant Sarteel, een ervaren piloot die al een 60-tal vluchten had uitgevoerd beloofde baron Raoul de Vrière eerstdaags een gevleugeld bezoek te brengen aan zijn geboortestad Oostende. Omdat elke piloot na het behalen van zijn militair brevet (na 3 vluchten van minstens 120 km op 500 m hoogte) regelmatig oefenvluchten moest vliegen waarbij vooral de samenwerking met overal over het land verspreide legereenheden werd beoogd, was een bezoek aan garnizoenstad Oostende verantwoord.

Er werd contact opgenomen met de commandant van het 3de Linieregiment, dat in Oostende was gelegerd, en na het invullen van de vereiste administratieve rompslomp, kon luitenant Sarteel op 11 september 1912 naar de baron volgende brief sturen:

École d'aviation militaire

Brasschaat

 Lt. Sarteel

Mon cher Baron,

Het is mijn bedoeling een dezer dagen een gevleugeld uitstapje (une ballade aérienne) naar mijn geliefde Oostende te organiseren.

Kunt u mij iets ter beschikking stellen om “mon-z-oiseau' veilig onder te brengen (lengte 13 m, diepte een tiental meter). Is de bestaande stadsloods vrij? Moet ik landen bij laag of bij hoog tij?

Wil mij a.u.b. op deze nogal belangrijke punten een antwoord sturen (Dringend!).

Tot weerziens met in het vooruitzicht het genoegen in uw uitstekend gezelschap van een superieur wijntje te kunnen genieten.

Aanvaard, geachte baron,

 Lt. Alfred Sarteel

P.S. Ik veronderstel dat de beker voor de eerste Oostendenaar nog steeds niet is uitgereikt?

(Het betrof hier de zilveren beker in 1909 geschonken door baron de Crawhez, die de Aero Club van Oostende wilde voorbehouden voor de eerste Oostendenaar die in zijn eigen stad zou vliegen).

's Anderendaags stuurde de baron hem de gevraagde inlichtingen, vroeg het stadsbestuur om de noodzakelijke ordehandhaving te organiseren en om de stedelijke vliegtuigloods ter beschikking te willen stellen. Hij trommelde meteen ook voldoende leden bijeen om zijn vriend Sarteel onder de meest gunstige omstandigheden te kunnen ontvangen. Het beloofde weer, zoals in die goede oude tijd, in Oostende een hoogdag voor de vliegerij te worden.

Op vrijdagmorgen 13 september 1912 stuurde Luitenant Sarteel het volgende telegram:

= ARRIVERAI QUATRE HEURES = SARTEEL

Ook de commandant van het 3de Linieregiment kreeg telefonisch bevestiging van de geplande lange afstandsvlucht. In Wilrijk maakten de mecaniciens ondertussen de Farman-16 klaar voor de verre vlucht naar de kust.

Om 3 u 20 steeg het toestel op en volgde nauwgezet de loop van de Schelde over Temse tot in Gent. Vandaar vloog Sarteel volgens de toen gebruikelijke navigatiegewoonte langs boompje, weggetje, spoorlijn, torenspits tot Brugge. Daar viel opeens de motor stil. Na een vlotte landing op een weide zocht en vond passagier luitenant Julien Stellingwerf van het 12de Linieregiment snel de oorzaak van de motorpech: de klassieke verstopte benzineleiding. Na wat sleutel-, poets- en blaaswerk kon Sarteel na een kort oponthoud weer opstijgen en zijn vliegtocht hernemen.

Omstreeks 4 u 55 verscheen het toestel boven het strand in Oostende. Het vloog langsheen de zeedijk tot voorbij het Palace Hotel en daalde neer op de natte zandstrook voor het Heilig Hart gebouw in Mariakerke waar baron de Vrière met een witte vlag zwaaiend de meest geschikte landingsplaats aanduidde.

Na een korte uitloop stond de F-16, niet die van General Dynamics, maar die van Henri Farman, stil en luitenant Sarteel schakelde de rondzwiepende motor uit. Van alle kanten drongen nieuwsgierigen dichterbij, maar een waar kordon militairen hield de toeschouwers op de dijk op veilige afstand.

Beide officieren stapten uit, zetten hun kepie reglementair en salueerden de naderbij gekomen notabelen: dat waren kolonel Van den Eynde, burgemeester Liebaert, baron Raoul de Vrière, die nog steeds de opgerolde clubvlag vastklemde, M. Jean Denis, lid van de 'Ligue Vélocipédique belge' , M. Barrat en een aantal officieren.

Het splinternieuwe toestel, dat er midden op het vrijgemaakte strand wat verloren bijstond, was eigenlijk niet veel groter dan de 'Kanaal' Blériot waarmee Jan Olieslagers twee jaar voordien in de Koningin der Badsteden had gevlogen.

De receptie

's Anderendaags organiseerde het stadsbestuur van Oostende ter ere van beide piloten een officiële receptie op  het stadhuis. Om 11 u werden zij ontvangen door burgemeester Liebaert, geflankeerd door Schepen De Vriese en gemeentesecretaris Thoné.

Baron de Vrière leidde hen in de raadszaal binnen waar ook Jean Denis en kolonel Van den Eynde aan het hoofd van een belangrijke delegatie garnizoenofficieren hen begroetten.

Met een korte spreekbeurt stelde de baron beide officieren voor aan de aanwezigen en hij wees er met enige trots op dat luitanant Sarteel een Oostendenaar was die aan de stedelijke lagere Albert school en het atheneum zijn basisvorming had gekregen alvorens naar de militaire school te trekken. Hij dankte in het bijzonder zijn vriend Sarteel omdat die de dag voordien een vroeger gedane en vaak in herinnering gebrachte belofte had gehouden.

Ook burgemeester Liebaert stak de loftrompet. Oostende, zo zei hij, is fier en vereerd met dit eerste bezoek van een militair toestel bestuurd door een van zijn zonen. Daarna verzocht hij beiden het proces verbaal, dat het relaas gaf van hun vliegtuigreis, in het Gulden Boek te willen ondertekenen.

Ook kolonel Van den Eynde gooide nog wat bloempjes waarna de receptie werd besloten met een “coupe de champagne” ter ere van de twee onverschrokken “visiteurs aériens”.

De weg terug met hindernissen

Daar de motor tijdens de heen vlucht was stilgevallen, vroeg Sarteel dat een mecanicien uit Brasschaat de Gnome motor zou komen nakijken alvorens de terugvlucht aan te vatten.

Maandagmorgen 16 september werd de motor in de loods grondig getest, maar hij leek uitstekend te draaien. Om na te gaan of de motor na het nazicht goed presteerde, besloot Sarteel boven het strand een korte testvlucht uit te voeren.

Hierover verscheen in “Le Carillon” van 17 september 1912:

Gisteren om 6 u 29 heeft luitenant Sarteel een indrukwekkende vlucht uitgevoerd boven het strand in bijna volslagen duisternis. Hij is om 6 u 31 geland.

Uit dit bericht kunnen we afleiden dat die 'indrukwekkende vlucht' niet meer dan een ordinair heen en weer vliegen was van Mariakerke strand naar het staketsel en terug.

Op dinsdag 17 september werden in de vroege namiddag de poorten van de stedelijke vliegtuigloods wagenwijd opengezet. Onder toezicht van luitenant Sarteel en luitenant Stellingwerf duwden soldaten van het 3de Linie de F-16 naar buiten voor de terugvlucht naar Antwerpen. Terwijl men met dit manoeuvre bezig was, sloeg één der poorthelften door de wind losgerukt met een venijnige klap tegen de zijkant van het vliegtuig. De staartdrager werd hierbij nogal erg beschadigd zodat die dag van opstijgen geen sprake meer was.

De terugkeer naar Antwerpen moest hierdoor een drietal dagen worden uitgesteld. Opnieuw telefoneerde Sarteel naar Brasschaat om ditmaal een timmerman te sturen.

Op donderdag 19 september was de schade volledig hersteld en 's namiddags om 3 u 10 vertrokken Sarteel en zijn passagier op het strand met bestemming Wilrijk, nagewuifd door heel wat leden van de Aero Club en een groepje militairen.

Het toestel volgde ditmaal de kustlijn om straks de loop van de Schelde te kunnen volgen tot Antwerpen. Maar boven Blankenberge begon de motor weer te haperen en opnieuw moest Sarteel, ditmaal op het strand in Blankenberge, een noodlanding uitvoeren. Per telefoon verwittigde hij zijn oversten in Wilrijk. Aan garnizoenscommandant. Aan kolonel Van den Eynde vroeg hij een wagen te sturen met enkele soldaten om bij het vliegtuig op het strand de wacht op te trekken.

's Avonds waren beide officieren terug in Oostende. M. Barat werd er op uitgestuurd om na te kijken of hij misschien de motor snel kon herstellen. Blijkbaar had deze Oostendse mecanicien het euvel spoedig gevonden, want op vrijdag 20 september stegen de militairen eindelijk op en bereikten toen hun bestemming zonder verdere problemen. Het stond aldus in “Le Carillon”:

Gisterenmorgen om 8 u uit Blankenberge vertrokken zijn de luitenanten Sarteel en Stellingwerf om 10 u op het plein in Wilrijk aangekomen. De reis verliep uitstekend ondanks een erg dichte mist.

Een tocht die eigenlijk slechts enkele dagen had moeten duren, strekte zich door allerlei pech uiteindelijk uit over 10 dagen. Dit was nu eenmaal vliegen in de pionierstijd. Twee jaar later, tijdens het vliegen onder oorlogsomstandigheden, zou blijken dat er ondertussen weinig was veranderd, want regelmatig werden verkenningsvluchten onderbroken omdat toestellen wegens motorpech moesten landen.

Datum: 
13/09/1912
Personalia: 
Sarteel Alfred
Locatie


Type Locatie: 
Incident