Op woensdagnamiddag 25 november 1953 nam de schitterende loopbaan van België's populairste piloot, Prosper Cocquyt, een onverdachte wending met fatale gevolgen. De bemanning van de uit Stockholm en Kopenhagen komende Douglas DC-4 OO-CBH, bereidde zich voor op de laatste tussenlanding te Schiphol, dat in de nevel verscholen lag. Hoofdpiloot Cocquyt had plaats genomen in de rechterstuurstoel met het oog de werkmethode van de links zittende gezagvoerder, die zijn jaarlijkse 'proficiency check' onderging, te beoordelen. Omdat tijdens de laatste seconden van de naderingsprocedure de landingsbaan niet opdoemde, besloot de gezagvoerder een doorstart te maken. Op het bevel 'Overshoot' en 'Gear Up' bracht de boordwerktuigkundige in een oogwenk de bedieningshefboom van de landingstrein omhoog en het toerental van de vier motoren was amper opgedreven wanneer op dat moment de landingsbaan in zicht kwam. Zonder voorafgaande afspraak nam Cocquyt in extremis de besturing over met de bedoeling vooralsnog te landen. De landingstrein, die inmiddels ontgrendeld was kreeg niet de tijd om zich terug in landingspositie te vergrendelen met als resultaat dat het landingsgestel het begaf en de OO-CBH met een luide klap op het beton neerkwam. Krijsend schoof de romp over de landingsbaan om na enkele honderd meter tot stilstand te komen. Een geluk bij een ongeluk wasadat er geen brand ontstond en alles beperkt bleef tot materiële schade, zodat de passagiers met bestemming Brussel nog dezelfde namiddag hun reis per autobus konden verder zetten. Het hele voorval had maar een fractie van de tijd geduurd die nodig is om het neer te schrijven, toch zullen deze luttele seconden bepalend zijn voor de verdere toekomst van België's bekendste piloot. Met het oog op het onderzoek werd de vliegvergunning ingetrokken van de man, die met meer dan 21.000 vlieguren, nooit betrokken was geweest bij een ongeval waarbij doden of gekwetsten waren gevallen.