Bij het krieken van de dag stijgt de Blenheim PZ-W L4860 van het 53 Squadron op voor een verkenningsmissie naar het Albertkanaal. Voorbij het vliegveld Poix krijgen ze steun van twee Hurricanes. Rond 5u vliegen de Britten over het Alberkanaal, waar ze op de gebruikelijke flak getracteerd worden. Deze zwijgt echter plotseling, wanneer uit het zonlicht enkele Bf 109 opduiken. De twee Hurricanes stijgen naar de Meserschmitts, wiens collega's nu vrij spel krijgen in de staart van de Blenheim. De boordschutter AC Kenneth heeft vanuit zijn koepel weinig verweer tegen de met kanonnen uitgeruste Emils. De drie bemanningsleden raken door de rondvliegende splinters verwond. P/O Michael Lovell weet hoedanook de geallieerde linies te bereiken en maakt boven Henegouwen in een geploegd veld te Wadelincourt een buiklanding. De navigator, Sgt Donald MacLeod tracht samen met de boordschutter de zwaargewonde piloot uit de cockpit te wrikken. Ze geven hem vervolgens een morphineinjectie waarna P/O Lovell verdwaasd op hulp wachtte. Een kwartier later komen twee vrouwen opdagen. Eén van hen gaat een kussen halen waarop zij de piloot te ruste legt. Later werd de bemanning opgehaald en naar een hospitaal vervoerd. MacLeod zal er in juni 1989 terugkeren, om de magneto van een van de Blenheim-motoren weer naar huis mee te nemen.