B-17 te Stene

De drieëndertig bommenwerpers keerden na het bombardement op Wevelgem terug naar Polebrook. Maar de kustflak zou nog eens haar doeltreffendheid laten merken. Bij Oostende openden de batterijen van de 2./Res. Flak. Abteilung 252 het vuur op twee formaties die met een interval van twee kilometers de kust doorkruisten. Om 12u.43 bemerkten de artilleristen hoe een bommenwerper van de eerste groep de formatie verliet en na nog een kilometer gevlogen te hebben explodeerde. Haast de hele bemanning kon met haar valscherm het vliegtuig verlaten. De brokstukken tuimelden drie kilometer ten zuiden van Oostende naar omlaag, op het grondgebied van de gemeente Stene. Een agent van "Marc" was ooggetuige en beschreef erg gedetailleerd het gebeuren : "Exact om 13u. kwamen verscheidene bombardementsformaties vanuit het oosten. Boven Oostende draaiden ze om naar Engeland te keren. Het was prachtig weer, iedereen stond op straat, met blij hart om de overvlucht van de vliegtuigen gade te slaan. Tot de luchtafweerkanonnen (88 mm) het vuur openden... Een Vliegend Fort werd getroffen, honderden brokstukken vielen naar omlaag, slechts de vleugels dwarrelden traag zig-zag naar beneden. Iedereen keek geëmotioneerd naar het schouwspel en schreeuwde 'hoera' wanneer men merkte dat er parachutes waren. Tot onze verbijstering begonnen de kanonnen in de richting van de parachutisten te vuren. De massa was verontwaardigd en jouwde naar de Duitsers. Men volgde de valschermen naar diverse punten  in Oostende : de Contredam, de Maria-Hendrikaplaats... Eén vliegenier landde op het dak van een huis in de Kaïrostraat en zijn valscherm bleef in de dakgoot hangen. Hij was gewond aan de voet, en werd door twee burgers geholpen. Er ontstond een schermutseling tussen Duitsers en leden van het VNV omdat de omstaanders de soldaten verhinderden bij 'hun' vliegeniers te gaan. Men moest in de lucht schieten. De vliegenier werd naar de Kommandantur gebracht in het Parkhotel op het Marie-Joséplein. Daar ontmoette hij zijn kameraden." Desbetreffende Amerikaan landde dus op het dak van een huis in de Kaïrostraat nr. 53, zijn vrienden landden o.m. in de omgeving van het Fort Napoleon, en één kwam nog in een boom aan de Dr. Verhaegestraat terecht.

Het Vliegend Fort dat te Stene neerstortte was de B-17 F (42-29862) van het 508 BS/351 BG. Een stuk viel in de nabijheid van het kerkhof aan de Stuiverstraat en het voorste gedeelte met de vleugels viel op de Gistelsesteenweg aan de huisnummers 104-116. Eén vliegenier, S/Sgt Robert Hilton, werd dood tussen de brokstukken gevonden. Hij werd te Oostende begraven, thans rust hij in het Ardennes Cemetery. Volgens "Marc" had hij een gapende wonde aan het hoofd.

De negen andere vliegeniers, 1st Lt Clifford McCoy (piloot), 2nd Lt Charles Nickels (co-piloot), 2nd Lt Carlisle Nottingham (navigator), 2nd Lt Jerry C. Scollard (bommenrichter), T/Sgt Peter Brasic (radiotelegrafist), T/Sgt Cleman N. Smith (linkerzijluikschutter), T/Sgt Cecil F. Bazar (boordmeccano), S/Sgt George W. Osborne (buikkoepelschutter) en S/Sgt William G. Lafferty (rechterzijluikschutter), werden krijgsgevangen genomen.

Datum: 
14/05/1943
Serienr. / Rompcode: 
Locatie
Gistelsesteenweg
Stene
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: Duel boven België, De Krijger, Erpe, 1999