In de 381 Bomb Group kreeg de machine van 1st Lt Hamden Forkner rake klappen van de JG 26-jagers. Andere vliegeniers in dezelfde formatie zagen dat de piloot nog zijn motor n° 1 in vaanstand zette, en dat de motor daarnaast in lichterlaaie stond. Terwijl de B-17 uit de formatie zakte, wuifde gezagvoerder Forkner vanuit zijn cockpitraampje nog naar een collega-gezagvoerder die naast hem vloog, als teken dat  ze allemaal nog leefden.

Er bleef de bemanning niets anders over dan te springen, en tot hun opluchting telden de andere vliegers van de formatie tien valschermen. Het vliegtuig vloog min of meer stabiel verder met de automatische piloot in werking. Acht inzittenden kwamen aan de grond tussen het Nederlandse Geulle en de Voerense gemeente Teuven. Gezagvoerder Forkner sprong samen met zijn copiloot Kelly net voordat hun kist aan de finale duik begon. Het Vliegend Fort explodeerde vlakbij de hoeve Xhonneux.

In de buurt stond ook het kasteel van Graaf Yves de Sécillon. Deze laatste was actief in de weerstand en spoedde zich naar de crashplaats in de hoop nog overlevenden te vinden. Zijn pad kruiste dat van beide piloten die hem waarschuwden uit de buurt van het wrak te blijven. De man rende echter door en werd geraakt door een brokstuk dat weggeslingerd was na de explosie. Graaf de Sécillon zou aan zijn verwondingen bezwijken bij een dokter te Aubel.

De crash en de explosies veroorzaakten heel wat schade aan de omliggende gebouwen in het gehucht Sinnich - de hoeve Xhonneux viel gedeeltelijk ten prooi aan de vlammen.

De Amerikaanse crew kwam er heelhuids vanaf, zes Amerikanen werden gevangen genomen, de andere vier, waaronder de piloot, wisten te ontsnappen. Vermeldenswaard is dat de staartschutter, Lin Foon Chew, van Chinese afkomst was.