B-17 bij Snellegem

De “Damn Yankee”, de derde machine van de 384 Bomb Group die die dag verloren ging, werd bij Jabbeke-Snellegem neergehaald. Deze B-17F (serienummer 41-24557 'O') van het 545 Bomb Squadron werd bestuurd door  2nd  Lieutenant Bruce Sundlun, een zoon van joodse immigranten uit Litouwen :

Ons toestel verloor door een flakinslag bij Sölingen een motor. Met slechts drie draaiende motoren werden we een slenteraar in de formatie. Toen werden we door jagers aangevallen op zo’n 27 000 voet hoogte, die een tweede motor uitschakelden. Lekas werd tijdens die eerste aanval gedood. We probeerden die aanvallen zo goed we konden af te slaan, gedurende een half uur, maar met twee motoren was onze enige ontsnappingsmanoeuvre de vlucht naar omlaag, waardoor we hoogte verloren.”

Zowat de hele staart werd door de aanvallen van de Focke-Wulfs weggemaaid. De verschrikking in het vliegtuig was totaal : de staartschutter, buikkoepelschutter, rechterzijluikschutter en bommenrichter waren dood. De navigator, radiotelegrafist en piloot waren gewond – de laatste had stukjes perspex in zijn rechterschouder, elleboog, hand en gezicht. Op een 350 meter hoogte gaf Sundlun zijn bemanning het bevel tot springen.

Wilfried Roels was onderwijzer in Jabbeke en getuige van het voorval : “In de nabijheid van de Boerenmolen sprongen via het bommenluik achtereenvolgens vier bemanningsleden uit die aan hun reddende parachute behouden neerkwamen op de Kouter ten zuiden va nde Oude Bruggeweg waar zij door Duitse soldaten die daar toevallig op oefening waren, krijgsgevangen werden genomen. Het waren copiloot Boles, navigator Jylkka (die geschoten was in de arm), de radiotelegrafist Charles Snyder en de boordtechnicus Ramsey.

Plots helde de machine en maakte een scherpe linkerbocht van bijna 180 graden terwijl een vijfde man op het nippertje het vallend wrak verliet. Hij had nog voldoende valhoogte om niet te pletter te storten en kwam behouden neer op het afdakje van het ovenkot van de woning van Cyriel Hanseeuw langs de Zomerweg, toen nog een slijkerige aardeweg.

Het was de piloot en gezagvoerder van de B-17, de 27-jarge 2nd Lieutenant Bruce Sundlun die het toestel als laatste man verliet nadat hij zijn nog ambulante manschappen bevel had gegeven tot springen. Vandaar dat de totaal stuurloos geworden machine kantelde waarna zij met vreselijk gekraak ontplofte in het rapenveld van boer Moyaert, recht tegenover de Oude Bruggeweg.

De B-17 had nog voldoende benzine aan boord om gedurende uren een helse vuurpoel te ontketenen, waarin de resterende mitrailleurskogels knallend in het rond vlogen.

Gezagvoerder Sundlun had inmiddels zijn hinderend valscherm onder een hoop mest verstopt op het land van de gebroeders Saeys. Een torenhoge, zwarte rookwolk wees de plaats van het brandend wrak terwijl van alle kanten nieuwsgierigen kwamen aangestroomd. Georges Deschacht en ikzelf, die alles had zien gebeuren vanop de speelplaats van de gemeenteschool in de Zandstraat, fietsten hals over kop naar de plaats van de ramp en troffen er in de Hoge Dreed Sundlun aan, omringd door enkele mensen. Fel onder de indruk van het gebeurde en zeer bevreesd in Duitse handen te vallen, besloot de rijzige Amerikaanse piloot na enig geharrewar de vlucht te nemen. Met zijn pistool in de hand sloop hij in een bosje langsheen de Lange Dreef. De twee Duitse soldaten die op dit moment per fiets opdaagden, kwamen net even te laat om Sundlun in het struikgewas te zien verdwijnen. Op hun vraag waar de “Tommy” was, bleef iedereen het antwoord schuldig.

Na dit bewogen toneeltje moest ik beroepshalve haastig naar school terug waar ik op die memorabele woensdagnamiddag vanzelfsprekend les gaf voor een bijna lege klas !

Einde december werden de wrakstukken weggehaald en op vier spoorwegwagons geladen. Tussen het puin lagen de totaal verhakkelde en verkoolde lijken van de vijf onfortuinlijke bemanningsleden.

Eenmaal alles opgeruimd en op zoek naar souveniers, vond mijn broer Roger tussen de restanten een ongeschonden Parker-vulpen die de enorme klap had weerstaan en die warempel nog schreef ook !”

Bruce Sundlun werd door Georges De Jonckheer naar Brugge gebracht, waar hij twee dagen verbleef. Vandaar ging het naar Brussel, en vervolgens naar Parijs. Intussen was de piloot helemaal opgeknapt, en maar liefst drie maal probeerde hij de Spaanse grens te bereiken. Telkens had hij ontzettend veel geluk gehad, en vervolgens besloot hij het richting Zwitserland te proberen, waar hij geïnterneerd werd. Na enkele maanden slaagde Sundlun er in terug in Frankrijk te geraken, want daar trokken vanuit het Middellandse Zeegebied de Amerikanen noordwaarts. In september 1944 was hij terug in Groot-Brittannië. Hij vloog nog tot het einde van de oorlog boven de Pacific.

Bruce Sundlun begaf zich na de oorlog in de advocatuur en de zakenwereld. Hij begon een steile klim, en werd in 1990 verkozen tot gouverneur van Rhode Island. Datzelfde jaar werd in Jabbeke een gedenksteen onthuld.

piloot: Lt Bruce SUNDLUN (ontsnapt via Zwitserland)

co piloot : 1st Lt Boles ANDREW (krijgsgevangen)

navigator : 2nd Lt Reino JYLKKA (krijgsgevangen)

boordschutter: S/Sgt George HAYES (gesneuveld)

radiotelegrafist : T/Sgt Charles SNYDER (krijgsgevangen)

boordschutter: T/Sgt William RAMSEY (krijgsgevangen)

buikkoepelschutter: S/Sgt Harry COLOGNE (gesneuveld)

staartschutter : S/Sgt Frank LEKAS (gesneuveld)

boordschutter: S/Sgt Chester CURTIS (gesneuveld)

boordschutter: S/Sgt Mike CAPPELETTI (gesneuveld).

Datum: 
01/12/1943
Serienr. / Rompcode: 
Locatie

Snellegem
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik; The Pick-Up Crew (manuscript)
Informatie via Wilfried Roels, Jabbeke