B-17 bij Pollinkhove

Om 14u.40, in de buurt van Diksmuide, plaatste Unteroffizier Erich Scheyda (3./JG 26) rake treffers in de B-17F van 1st Lt Conrad Hilbinger. Het getroffen Vliegend Fort sleurde de tien bemanningsleden naar de dood, die toesloeg in een vuurbal toen het toestel in de lucht ontplofte.

Aangekomen op de crashplaats te Pollinkhove, wist de Duitse bergingsploeg de Amerikaanse piloot te identificeren aan zijn officierskepi. Verder vonden zij 2nd Lt Robert Anderson (co-piloot), 2nd Lt Arthur Halbrooks (bommenrichter), Staff Sergeant Hugh Erwin (buikkoepelschutter) en S/Sgt Vane Brown (boordmeccano). Zij werden de volgende dag, samen met de resten van drie niet-geïdentificeerde bemanningsleden (dit moeten S/Sgt John C. Parise, de linkerzijluikschutter, en de navigator, 2nd Lt John Kelliher geweest zijn) in één grafkuil begraven op het kerkhof van het nabijgelegen Pollinkhove.

Diezelfde dag vond een gespecialiseerde bergingseenheid (Flugzeug Bergungs Truppe mot. 3 B/N, gelegerd te Wevelgem) tussen de wrakstukken de lichamen van de rechterzijluikschutter, S/Sgt Robert Dickson en de staartschutter, S/Sgt James Boyette. Zij werden op 20 januari bij hun strijdmakkers gelegd. Een erehaag, gevormd door soldaten van het 5./Flak Regiment 53, bewees hen een laatste eer.

Naast het verwijderen van het wrak had de bergingsploeg voornamelijk als taak het onderzoeken van de stukken. De Luftwaffe was immers erg nieuwsgierig naar de laatste ontwikkelingen van zijn tegenstander. Men speurde dus ijverig naar nieuwe radarapparatuur en gevoelige toestellen zoals het bombvizier. Ook noteerde men zoveel mogelijk informatie betreffende de beschildering van de wrakstukken, in de hoop vast te kunnen stellen vanwaar dit toestel kwam, en tot welke eenheid het behoorde. Op de staart van het bij Lo neergestorte Vliegend Fort bemerkten zij het serienummer 41-24601. Op de romp waren de letters 'XK-P' gespoten, wat erop wees dat het toestel aan het 365 Squadron van de 305 Bomb Group (basis Chelveston, N'hts) behoorde.

Verder trokken de vier stukgeslagen Wright-Cyclone motoren en tien machinegeweren de aandacht. De resten van het Vliegend Fort werden te Diksmuide op vier wagons met bestemming 'Endlager Paris' geladen. Eén motor ging naar Antwerpen, om er hoogstwaarschijnlijk verder door de ERLA-herstelplaatsen onderzocht te worden. Alle gegevens werden zorgvuldig genoteerd op een bergingsrapport, waarvan de details dan weer verwerkt werden in de diverse inlichtingsdiensten van de Luftwaffe. Deze informatie kon erg nuttig zijn bij het ondervragen van krijgsgevangen piloten, die dikwijls met stomme verbazing moesten vaststellen dat de Duitse officier aan de andere kant van de tafel meer wist dan zijzelf...

Datum: 
13/01/1943
Serienr. / Rompcode: 
Locatie

Pollinkhove
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis: Duel boven België, De Krijger, Erpe, 1999
Aanvullingen Rigobert Declercq, mail van 2 oktober 2013