B-17 42-2990 te Montroeul-au-Bois

Een bemanning van de 91 Bomb Group, die met de B-17 "Dame Satan" vloog, besloot terug te keren op zijn stappen, richting basis.

Dame Satan was één van de toestellen waarmee het 322 Squadron in Groot-Brittannië arriveerde. Navigator Carlyle Darling herinnerde zich later :

"Onze bemanning vervoegde de 91 Bomb Group in juni 1943, we waren één van de eerste vervangingsbemanningen voor de originele crews die hun tour van 25 missies haast volbracht hadden. We werden naar het 322 Squadron gestuurd.

Op 17 augustus 1943 moest mijn bemanning niet vliegen. Maar ik stelde me kandidaat om met een andere bemanning te gaan, want ik wilde zo snel mogelijk mijn 25 missies halen. Jammer genoeg realiseerde ik me niet dat dit die gruwelijke Schweinfurt missie zou worden. Ik werd aangesteld als de vervangingsnavigator van Jack Hargis’ bemanning, die die dag met de “Dame Satan” vloog."

Carlyle Darling moest er dus Hargis’ reguliere navigator vervangen. Deze bemanning had immers enkele beklijvende momenten beleefd : kort daarvoor waren ze in de Noordzee geland, doch ze werden tijdig opgepikt en voor korte tijd naar een speciaal kamp gestuurd waar ze konden uitblazen. Maar voor de navigator was het allemaal teveel geweest. Die 17de augustus weigerde hij mee te vliegen, en Carlyle Darling werd bereid gevonden zijn plaats in te namen.

Edward Winslow, de bommenrichter, schreef :

“Onze wingman en enkele andere toestellen uit onze Group stonden in brand. Ze sukkelden naar achter, en waren niet in staat de formatie bij te houden. Hoe dieper we het vijandelijk gebied indrongen, hoe meer we werden aangevallen. Op weg naar het doelwit kwam een jager vanuit 12 uur-positie, recht naar de neus toe en hij trof de turbocompressor en onze motor nummer twee. We verloren snelheid en hoogte en de piloot gaf me het bevel de bommen te droppen. Ik opende de bommenluiken en haalde een hendel over. Toen de lichtjes op mijn paneel aangaven dat alles gelost was sloot ik de deuren terug, maar we hingen nog steeds achteraan de formatie.

Enkele jagers maakten van onze kwetsbare positie gebruik en vielen aan. Wij beten van ons af en onze staartschutter schreeuwde dat hij er één getroffen en in brand geschoten had ! De piloot zei dat we moesten opgeven en naar huis terugkeren, en vroeg de navigator een nieuwe koers. We draaiden en vlogen nu over België. Dit was de kortste weg naar het Kanaal, waarin we hoopten te kunnen landen indien we Engeland niet zouden halen.

De jagers lieten ons met rust en tijdens die adempauze herlaadde ik mijn machinegeweer.

Toen we Brussel naderden zag iemand jagers en gaf alarm. Een vloog recht naar de neus vanuit elf uur-positie maar ging ons voorbij zonder ons te raken. De tweede kwam vanuit één uur-positie, draaide, en viel aan. De kanonnen in zijn vleugels flikkerden en ik begon te vuren. Slechts enkele salvo’s kon ik lossen vooraleer mijn machinegeweer blokkeerde. Ik keek omhoog. De jager was net boven ons ! Het Fort beefde nadat enkele granaten hun doelwit getroffen hadden, en toen klonk over de intercom :

“Oh … ik ben geraakt !”

“Wie is geraakt ?” vroeg de piloot.

“De radiotelegrafist … in de borst”

“Maak je klaar om te springen,” klonk het vanuit de cockpit. “Iemand moet de radiotelegrafist helpen !”.

De navigator en ik klikten onze valschermen aan en wachtten op het volgende bevel. Ik scheurde enkele papieren en gooide ze naar buiten. De hoogtemeter wees 16 000 voet aan en ging naar omlaag. Toen kwam het bevel : “Spring van zodra je klaar bent. Spring !”

De navigator wenkte me hem te volgen, en hij verdween uit het kleine luik."

Volgens de Luftwaffelijsten was de man die het leven van de Dame Satan beëindigde, Oberleutnant von Arnim. Hij was een lid van de 5./(F) 123 (F stond voor Fernaufklärungsgruppe), een eenheid die verkenningen op lange afstand uitvoerde. Hij behaalde de overwinning op een hoogte van 4500 meter, om 17.40 uur. Volledigheidshalve moeten we melden dat ook de Flak Abteilung 157, die bij Luik gelegerd was, ook aanspraak maakte daar zij aldaar een machine uit de formatie zou geschoten hebben die westwaarts verdween.

De "Dame Satan" stortte te pletter te Montreul, 8 kilometer ten noordwesten van Leuze. De piloot, 2nd Lt Jack Hargis had er alles voor gedaan om zijn bemanning te laten springen, maar betaalde hiervoor de hoogste prijs. Ook S/Sgt Tucker kwam om het leven. Beide vliegeniers werden op Chièvres ter aarde besteld; na de oorlog werden hun stoffelijke resten naar de Nederlandse begraafplaats Margraten gerepatrieerd. Twee weken na de crash werd het wrak geborgen door de Bergungstruppe van Gosselies.

We laten terug Carlyle Darling, de navigator, aan het woord :

“Tijdens de opleiding hadden ze steeds benadrukt dat je je parachute zo lang mogelijk gesloten moest houden. Zo zou je betere kansen krijgen om aan de Duitsers te ontsnappen. Dus toen ik vanop 16 000 voet sprong maakte ik geen aanstalten om mijn valscherm te openen. In mijn vrije val passeerde ik drie bemanningsleden, die hun parachute reeds geopend hadden.

Het enige waar ik me tijdens die vrije val zorgen over maakte, was dat ik slechts enkele sigaretten over had, en ik wenste dat ik nog een pakje of twee had meegenomen.”

Intussen zat de bommenrichter, Edward Winslow, nog aan het luik van de gedoemde bommenwerper :

"Ik hoorde nog de stem van de piloot : “Haast jullie, jongens, die hou  ik geen hele dag vol !”

Ik nam een laatste grote hap zuurstof en knielde bij het luik. De dingen beneden leken zo klein en groen. Ik boog voorover, en tuimelde eruit, met mijn hoofd eerst. Onmiddellijk was er zo’n grote slag en ik voelde dat ik met een grote snelheid door de ijle lucht gesleurd werd. Ik zag niets, maar hoorde nog steeds de motoren. Ik merkte dat ik nog steeds aan de staart vastzat. Mijn valscherm had zich te snel geopend ! Ik was als versteend toen ik dacht wat er zou gebeuren indien het toestel zou neerstorten. Maar plots draaide de parachute en werd ik losgerukt. Boven mij hing nu een prachtige witte paraplu. Het geluid van de bommenwerper stierf weg.

Ik keek rondom me en zag nog andere valschermen. De wind slingerde me zo hevig dat ik vreesde dat m’n parachute zou inklappen. Ik zag de groene velden beneden me, met boerderijen rond. Toen ik de grond naderde hoorde ik de honden blaffen en beeldde me in dat de Duitse patrouilles deze zouden gebruiken om me te vinden. De wind dreef me verder, naar een kar waaruit puntige stokken staken. Ik trok aan een lijn en slingerde scherp. Hierdoor moet er lucht vanonder het scherm ontsnapt zijn met als gevolg dat ik erg hard tegen de grond smakte. In mijn rechterbeen kraakte iets.

Een Belgische boer rende naar me toe en nadat hij begreep dat ik een Amerikaan was zei hij dat ik moest blijven liggen tot er hulp zou komen."

Carlyle Darling was intussen reeds aan de grond :

"Na mijn landing kwamen twee burgers op me af die me meteen van m’n valscherm ontdeden. In plaats van het meteen te verbergen, vouwden ze het voorzichtig op en namen ze het mee : “Om er zijden jurken van de maken”, legden ze uit. We verborgen ons in het struikgewas bij een beek.

Na zonsondergang werd ik naar een schuurtje gebracht, waar allemaal mannen in zaten. Ze hielden hun vuist omhoog en schreeuwden “Communiste !” Verbaasd stak ik de mijne in de lucht en antwoordde : “communiste.” Ik kreeg te eten en kledij. Dagenlang verbleef ik in die schuur en werd dan in een landbouwkar naar Brussel gevoerd. Daar ontmoette ik de staartschutter van “Dame Satan”, Lelond Judy , en we werden bij een familie ondergebracht."

Edward Winslow werd tot in de maand oktober verborgen in Ath. Toen hij van zijn verwondingen aan zijn been hersteld was, werd hij naar Brussel gebracht. Daar liep hij evenwel in de val van de Abwehr en bracht de rest van zijn oorlogsdagen in krijgsgevangenschap door. Carlyle Darling raakte tot bij de Pyreneeën, doch werd kort voor de oversteek geklist.

Piloot:                          2/Lt Jack Hargis                    Gesneuveld. In Chièvres begraven. Vandaag in Margraten.

Copiloot                      2/Lt Carl N. Smith                 Kwam in de weerstand.terecht

Navigator                    2/Lt Carlyle H. Darling          ontsnapt

Bommenrichter           2/Lt Edward Winslow

Boordmeccano            T/Sgt Jarvis Allen

Radiotelegrafist           T/Sgt Victor Ciganek                         zwaargewond en in Lazarett Jemappes.

Ass't Radiotelegrafist: Sgt Star Tucker                      Gesneuveld. In Chièvres begraven maar vandaag in Massachusetts.

Ass't Boordmeccano   S/Sgt Albert J. Di Minno        Kwam in de weerstand terecht

Boordschutter             S/Sgt Gerald Tucker

Boordschutter             S/Sgt Lelond Judy

Datum: 
17/08/1943
Serienr. / Rompcode: 
Locatie

Montroeul-au-Bois
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
De Decker Cynrik & Roba Jean-Louis; De Val van de Vliegende Forten, De Krijger, Erpe, 2004
Hiding out in France & Belgium door Carlyle Darling, verscheen in « The Ragged Irregular » van januari 1984, aangevuld met het getuigenis van Carlyle Darling zelf, correspondentie met de auteurs juli 1988.