Tijdens het Interbellum werd er ook op lichtbakens genavigeerd. Deze stonden bovenop metalen masten gemonteerd, en via de lichtsignalen die elke baken uitzond, konden bemanningen hun plaats bepalen.

Een Avro 10 van Imperial Airways vertrok op 30 december 1933 vanop Keulen richting Croydon. Te Haren werd een tussenstop gemaakt. De weersvoorspelling zag er niet zo goed uit - België lag onder een pak sneeuw, en daarboven hing nog eens een dikke mist. De piloot, J.M. Gittens, bijgestaan door H.G. Loch, besloot toch te vertrekken, met acht passagiers aan boord: vijf Britten, twee Nederlanders en een Pool. Omstreeks 12.20 u. hing de Avro 10 terug boven Vlaams-Brabant, en zette koers richting Kanaal. Gezagvoerder Gittens ondervond een uur later dat hij de weg kwijt was, en zijn helper Loch zond een radiosignaal naar Haren om een plaatsbepaling te ontvangen. Vrijwel meteen daarop knalde de machine tegen één van de kabels die de mast van het West-Vlaamse Ruiselede rechtop hielden. De ploeg die de baken bemande rende meteen naar het wrak dat even verderop lag - één van de inzittenden scheen nog te leven. Samen met buurtbewoners trachtten ze nog hulp te bieden, toen plots de brandstof ontplofte. Ook de reddingswerkers raakten zwaar verbrand, maar voor de tien inzittenden kwam alle hulp te laat.

Een reportageploeg snelde ter plaatse en filmde het wrak - British Pathe bracht het drama zo in de Britse bioscopen - klik hier om de reportage te bekijken.

Landbouwer Camille Van Hove, die nog lang in een Brugs ziekenhuis moest herstellen, kreeg door koning Albert het Burgerkruis 1ste Klas uitgereikt. De overige helpers kregen een geldsom als beloning voor hun inzet.