Zeebrugge - watervliegbasis

Op 5 december 1914 werd op de mole van de haven van Zeebrugge het Seeflugstation Zeebrügge opgericht, dat later herdoopt zou worden in Seeflugstation Flandern. Op de havendam werd het reizigersstation omgebouwd tot basis voor een uitgebreid gamma watervliegtuigen (Hansa Brandenburg W12, W19, W29 en W33, Rumpler B81, Albatros W4, Friedrichshaven FF43, Gotha WD11 en WD14). Rond de haven kwamen diverse loodsen. Een restant van één van deze loodsen is te vinden als woning ter hoogte van kilometerpaal 17,6 langs de baan Brugge-Lissewege-Zeebrugge.

Het Seeflugstation Flandern voerde aanvankelijk verkenningen, reddingsacties en torpedoaanvallen uit. De watervliegtuigen werden al bij ochtendgloren op verkenning boven het Kanaal uitgestuurd. Aanvankelijk moesten zij tijdens de vlucht het waarnemen van vijandelijke handelingen overmaken met duiven die men bij elke opdracht in een korf meenam. Die kregen aan hun poot een kokertje vastgehecht waarin een briefje stak met een bondige beschrijving van hun observatie. Maar vanaf april 1916 waren alle daarvoor gebruikte amfibievliegtuigen uitgerust met een eenrichting radio.

Vanaf eind 1914 werd ook de Britse kust gebombardeerd (Dover, Dover Castle, Ramsgate, Harwich en scheepvaart in de Downs). Tijdens haar verblijf behaalde deze eenheid, waarin o.m. Friedrich Christiansen vloog, enkele opmerkelijke successen op de geallieerde luchtstrijdkrachten.

In 1917 werd te Oostende een tweede Seeflugstation opgericht.

Begin oktober 1918 werd de basis geëvacueerd.

Locatie
Albert II laan
Zeebrugge
be
Type Locatie: 
Vliegveld
Bronnen: 
Major Walter, Vleugels boven Oostende, Flying Pencil, Erembodegem, 2010
Ryheul Johan, Marinekorps Flandern, Flying Pencil, Erembodegem, 2011