Op 26 juni 1794 was Charleroi in handen van het Franse leger. De Oostenrijkers zouden met een strijdmacht van 52 000 soldaten trachten de stad weer in handen te krijgen.

Deze veldslag is belangrijk in de luchtvaartgeschiedenis omdat voor de eerste maal een luchtballon ingezet werd voor observatie. De generale staf van de Franse bevelhebber Jourdan bevond zich op een plateau tussen het huidige Gosselies en Jumet (ten oosten van de startbaan van de huidige luchthaven van Charleroi/Gosselies), en beschikte daar over een waterstofballon met een diameter van ca. 9 meter, die in staat was twee mensen tot op 500 meter hoogte te brengen. Vanuit de gondel van dit luchtvaarttuig, "L'Entreprenant" zou  Capitaine Jean-Marie-Joseph Coutelle tijdens de veldslag de Oostenrijkse troepenbewegingen in het oog houden en rapporteren. De Fransen haalden hier groot voordeel uit en rijfden de overwinning binnen.

Het gevolg van de Slag bij Fleurus was dat de Oostenrijkers de Zuidelijke Nederlanden verlieten. Enkele weken daarna namen de Fransen Brussel en Antwerpen in, en begon de Franse overheersing van onze gewesten.

Met dezelfde ballon "L'Entreprenant" zou de Luikenaar Ettienne-Gaspard Robert enkele jaren nadien nog een belangrijke vlucht realiseren.