Raid Brussel-Leopoldstad strandt te Givet

In het voorjaar van 1928 plande Edmond Thieffry een vlucht Brussel-Leopoldstad, ditmaal met een toestel van Belgische makelij: de ACAZ C2 (O-BAFX). Aan boord kon 1600 liter getankt worden, wat het volledig metalen toestel een reikwijdte van meer dan 3000 km verschafte. Het opzet was om in vier etappes naar de kolonie te vliegen, via de Spaanse kust, Oran (Algerije), Niamey (huidig Niger), de golf van Guinea en Frans Congo, en op die manier een luchtpostroute te realiseren waardoor brieven in minder dan acht dagen ter bestemming zouden raken.

Voor deze opdracht werd er aan de ZACCO C2 in de werkplaats van Alfred Feyens te Sint-Pieters-Woluwe duchtig gesleuteld. Er wordt een sterkere motor ingebouwd - 600 in plaats van 450 pk. Ook bouwde men bijkomende brandstoftanks in en werd het vliegtuig toegelaten als driezitter. Adjudant Joseph Lang, reeds vertrouwd met het vliegtuig, nam al de proefvluchten voor zijn rekening.

Op 31 januari 1928 werd het toestel op het vliegveld van Evere door de hertogin van Brabant gedoopt in aanwezigheid van haar gemaal Prins Leopold en andere burgerlijke en militaire overheden. Op de zijkant van de motorkap werd haar naam “Princesse Astrid” aangebracht.

Het vertrek naar Congo was voorzien voor begin februari, maar door de slechte weersomstandigheden meerdere malen uitgesteld. Eindelijk werd op 9 maart om 8u. ’s ochtend de eerste etappe vanaf Haren aangevat met de bemanning Edmond Thieffry als boordcommandant, adjudant Lang als  piloot en reserveluitenant Philippe Quersin.

Die ochtend had de bemanning nog de meteorologische gegevens opgevraagd. Er werd  mistvorming gemeld boven de Maasvallei, maar dit kon geen grote moeilijkheden opleveren daar men er langs, of indien nodig er boven zou vliegen. De vliegroute was uitgestippeld over Charleroi, Philippeville, de vlakte van Mourmelon,  Dijon, Lyon, Perpignan, langs de Spaanse kust en dan de overtocht van de Middellandse zee ter hoogte van Oran.

Toen ze na het opstijgen weer over het vliegveld vlogen had Quersin de 179° aangegeven als richting waarin gevlogen moest worden.

Van dan af liep het fout. Thieffry bracht nadien nog uitvoerig verslag uit aan de directie van ZACCO over wat er was misgelopen tijdens die vlucht, nadat er in de pers een polemiek was gevoerd over die raid. Zijn relaas is dan ook in de pers verschenen. Wat volgt geeft, in kortere versie, zijn relaas weer (overgenomen uit L’étoile Belge 1928) :

De richting van 179° werd doorgegeven aan de piloot maar zonder resultaat. Het vliegtuig vloog meer in zuidoostelijke richting. Na herhaald aandringen en het opgeven van een nieuwe richting (180°) om de tot dan toe gemaakte fout te corrigeren negeerde de piloot die aanbeveling. Dan werd hem een nieuw bevel gegeven :”Stijg in zuidelijke richting!”. Toen kwamen we boven Namen en de piloot wees de Maas aan om te beduiden wat hij wenste. De piloot had met deze laten verstaan dat hij Dijon wilde bereiken langs Verdun en het plateau van Langres. Ondertussen verdwenen we in de mist  zodat men zelfs de oevers van de stroom niet meer zag. Quersin gaf mij een briefje met daarop “De mist zal naar het zuiden toe toeemen. Pas op in Langres !”

Daarom beval ik de piloot meer hoogte te nemen met de waarschuwing:”Als je niet stijgt gaan we ons te pletter vliegen tegen de heuvels.” De bedoeling was boven de mistlaag uit te stijgen. Daar de hoogtemeter niet bewoog en ik vermoedde dat de piloot geen hoogte kon nemen schreef ik een briefje: “Keer terug,wij gaan ...”. En net op dat ogenblik dook een donkere massa voor ons op. Het was een beboste heuvel waartegen we opvlogen. In een reflex trok de piloot de stuurstang naar zich toe en het vliegtuig had de kracht dit obstakel te vermijden.

Het bevel om terug te keren werd eindelijk opgevolgd alhoewel ik besefte dat de weg terug zo goed als onmogelijk was. De mist was inderdaad dikker geworden. Een volgende heuvel wordt overvlogen rakelings over de bomen. Een donker gordijn omringde de bemanning als een doodskleed. Ik besefte dat we in reëel doodsgevaar verkeerden en gaf het bevel:”Formeel order te landen bij de eerste opklaring !”. Daar de piloot een weinig afgeweken was van de stroom kwamen we plots uit een laag wolkendek boven een prachtige vlakte langs de weg van Vodelée naar Gochenée (n.v.d.r. : op een vijftal kilometer van de Franse grens). De landing werd op dit terrein uitgevoerd. Na enkele meter begaf het landingsgestel het onder het gewicht van het zwaar geladen toestel. Het vliegtuig nam een trage zwaai en sleepte met zijn onderste vleugel over de grond. De bemanning was ongedeerd.

Tot hier het ingekorte verhaal van commandant Thieffry. Deze hele onderneming zou nog een staartje krijgen omdat de piloot Lang er van beschuldigd werd bevelen van zijn overste niet te hebben opgevolgd. Hoe dat afliep laten we hier in het midden. Toch moet gezegd worden dat Lang een ervaren piloot was die onder andere in 1921 op de internationale meeting van de Mont Saint Michel de twee eerste prijzen voor acrobatie wegkaapte vóór de Franse en Britse piloten.

Na die mislukte landing werd de A2 te Vodelée op een trein naar Brussel teruggebracht. Edmond Thieffry had wel te kennen gegeven dat hij met de A2 een nieuwe poging wilde ondernemen, op voorwaarde dat bepaalde verbeteringen zouden gebeuren zoals onder andere de versteviging van het landingsgestel. Het toestel werd waarschijnlijk hersteld maar van enige latere vlucht hebben we geen weet, behalve dan dat de A2 waarschijnlijk in 1929 werd afgestaan aan de SEGA (Société des Entreprises Générales d’Aéronautique).

Thieffry zou het kort nadien met een RSV opnieuw proberen.

 

Datum: 
09/03/1928
Toestel: 
Serienr. / Rompcode: 
Personalia: 
Thieffry Edmond
Lang Joseph
Quersin
Locatie

Vodelée
be
Type Locatie: 
Incident
Bronnen: 
La Conquête de l'Air, maart 1928
Willems Jacques: Vliegtuigbouw in Zeebrugge