Charles Coomans

Charles Georges Nestor Fernand Coomans wordt geboren op 13 april 1894 te Nimy. Op 14 april 1910 meldt hij zich aan in de Kadettenschool te Laken als "soldaat kadet".

6 november 1911 is de datum waarop hij "korporaal-kadet" wordt. Op 11 november 1911 wordt hij toegelaten tot de Koninklijke Militaire School. Hij vervoegt de "Militaire Hogeschool" op 17 november met de graad van Wachtmeester.

Na zijn studies wordt hij op 20 december 1913 benoemd tot onderuitenant (KB N° 1913 / 20.12.13) -Stamnummer 15838.

Tevens wordt hij aangeduid voor het 8e Linieregiment (8 Li). Vóór het einde van het jaar echter, op 30 december 1913, wordt hij overgeheveld naar het 4e Regiment Jagers te Paard (4 JP). Met deze laatste eenheid maakt hij de Veldtocht van het Belgisch Leger, evenals de terugtocht naar de Ijzer, mee.

Tijdens de periode 6 tot 27 augustus 1914 vervult hij opdrachten met zijn eenheid in de streek van Tienen, Diest, Aarschot en Leuven. Daarna treedt het 4 JP op als flankhoede voor het Veldleger, dat zich geleidelijk terugtrekt in de "Vesting Antwerpen". Het regiment zwermt tijdens zijn verkenningstochten uit over de KEMPEN en de streek van Dendermonde.

Op 8 september 1914, 's morgens, legt Onderluitenant Charles Coomans zijn officierseed af vóór het aangetreden regiment. Veel tijd om te vieren is er niet, want 's namiddags gaat zijn eskadron op verkenning in de richting van Zoersel en Oostmalle.

Tijdens de "Uitval van Antwerpen" geraakt zijn eenheid op 12 september 1914 tot aan de poorten van Leuven, namelijk tot Kessel-Lo (Blauwput), het verste punt dat deze uitval bereikt. Gedurende de rest van de maand september en het begin van oktober volgen de verkenningsopdrachten elkaar op.

Op 15 oktober 1914 bereikt Coomans, na heel wat hachelijke avonturen en opdrachten, de kust. In de schoot van het 4 JP wordt hij aangeduid als commandant van de sectie mitrailleurs en wordt aangehecht aan het 2e Regiment Jagers te Paard (2 JP).

Vanaf begin november 1914 wordt de cavaleriedivisie met rust gezonden. Hiervan maakt Coomans gretig gebruik om verscheidene van zijn vrienden te bezoeken en vooral dan om zijn ouders, die hij op 10 december 1914 te Duinkerken ontmoet, weer te zien.

December 1914 en januari 1915 is één afwisseling van opdrachten en rustperiodes. Van deze rustperiodes profiteert hij om zijn familie te bezoeken, waaruit blijkt dat hij een innige band heeft met hen; het valt hem vooral heel zwaar, wanneer hij zonder hen Nieuwjaar van 1915 heel alleen moet doorbrengen.

Naar de militaire luchtvaart

Op 1 februari 1915 doet Charles, samen met enkele kameraden (de Woelmont, Wouters, d'Oldonnert en de Crombrugge) de aanvraag voor overgang naar de Militaire Luchtvaart. Commandant Wahis, bevelhebber van het Luchtvaartkorps, meldt hem op 28 februari 1915, dat hij binnenkort zal toegelaten worden tot dit korps. Hierop volgt nog een lange maand van afwachten, vooraleer Charles op 28 maart 1915 zijn mutatie voor het Luchtvaartkorps krijgt. Op 29 maart 1915 vervoegt hij zijn nieuw korps.

12 april 1915 is een hoogdag voor de kersverse luchtvaartdiscipel want het is de dag van zijn eerste vlucht. De volgende dagen volgen de initiatievluchten elkaar op, met verschillende piloten (O/Luitenant Braun, O/Luitenant Moulin, ...) en verschillende vliegtuigtypes (Henri Farman [HF], Maurice Farman [MF]).

Op 14 april 1915 wordt Charles aan de 4e Escadrille (Kapitein Haegemans) toegewezen, met als piloot Adjudant Goebels.

Tijdens een verkenningsopdracht, zijn zevende vlucht, op 21 april 1915, dropt hij zijn eerste bommen (twee van kaliber 120 mm) op vijandelijke kampementen boven Houthulst, Roeselare, Tielt en Gent.

Gedurende diezelfde vlucht wordt strijd geleverd met een Duitse Albatros.

De eerste nachtvlucht heeft plaats op 27 april 1915 tijdens de "Slag van Steenstrate". Het is tevens zijn dertiende vlucht die ongeveer één uur duurt (piloot : R. Vertongen).

Daar zijn vaste piloot, Adjudant Goebels, op 28 april 1915 gewond wordt tijdens de landing, na een bombardementsvlucht met een andere waarnemer (Schmidt), vliegt Coomans met verschillende piloten. Op 20 juni 1915 wordt hem een nieuwe vaste piloot toegewezen in de persoon van Jacques de Meeus. Deze laatste wordt op 29 juli 1915 tot eerste sergeant bevorderd.

De vijftigste vlucht van Coomans is een nachtvlucht uitgevoerd op 18 augustus 1915. Het is zijn derde die dag. Het is slecht weer, de nacht is inktzwart, zonder enig maanlicht. Toch kunnen vier brandbommen (caliber 120 mm) gedropt worden op een barakkenkamp in het Praatbos (Vladslo).

Begin september 1915 wordt hij vermeld op de Legerdagorde voor zijn nachtvluchten. Op 6 oktober wordt Jacques de Meeus benoemd tot Adjudant, terwijl Charles Coomans op 10 oktober 1915 tot Eerste Luitenant der Cavalerie wordt bevorderd.

Na afloop van de 90ste vlucht over Beerst en Vladslo, op 27 november 15, bevriest de carburator van het vliegtuig, dat tijdens de landing volledig de "pijp aan Maarten" geeft. Gelukkig zonder erg voor Charles en zijn piloot. Er is geen maken meer aan en het tuig wordt afgeschreven. Enkele dagen later nemen ze een nieuwe Maurice Farman (MF) met een 80 PK motor in ontvangst, die wordt uitgetest op 1 december 1915.

15 december 1915 is voor Charles Coomans het begin van een stageperiode als artilleriewaarnemer ; hiervoor wordt hij afgedeeld bij de artillerie van de Vierde Legerdivisie. Zijn stiel van waarnemer moet hij leren bij de grondtroepen, op enkele meter verwijderd van de Duitse voorposten  (voorloper van de huidige FAC -Forward Air Controller : Voorwaartse Luchtwaarnemer).

Dit liedje duurt tot 1 januari 1916, maar uit het oogpunt van artilleriewaarneming heeft hij niets geleerd - slechts tijd verloren. Het is dan ook met een zucht van verlichting dat hij de normale vluchten hervat, zij het dan wel ten voordele van de Vierde Legerdivisie.

Op 9 januari 1916 maakt Charles Coomans zijn honderdste vlucht. In de voormiddag is hij reeds betrokken geraakt in een luchtgevecht, maar zijn tegenstrever is kunnen ontkomen daar zijn mitrailleuse haperde. Tijdens de namiddag is hij vast besloten zich te herpakken en Duits bloed op te eisen. Hierbij het relaas van deze 100ste vlucht, zoals hij ze zelf beschrijft in zijn dagboek :

" . . . 100 ste vlucht ... en de mooiste ! Overtuigd om weerwraak te nemen, verlaat ik het vliegveld in de namiddag, in gezelschap van een Nieuport, met de volle overtuiging om een Mof "op zijn nest" te gaan halen. -Ik kom aan te Esen, zwaar beschoten door de luchtafweer; opeens niets meer hiervan en plots zie ik een Mof ... en een mooie op de koop toe. -Hij bevindt zich op zo een 300 à 400 meter beneden mij. - Ik zie de Nieuport niet meer die mij moet begeleiden. -Ik duik op hem neer al schietend. -Hij beantwoordt mijn vuur. -Nu bevinden we ons op dezelfde hoogte; na een weinig hoogte te hebben genomen, komt de Mof op ons af. - Dan beleef ik enkele minuten, die zullen blijven tellen in mijn bestaan. Slechts 30 meter van elkaar verwijderd, beschieten wij elkaar bloeddorstig: ik zie de Duitse waarnemer die rechtstaat achter zijn mitrailleuse en ik voel de kogels voorbijfluiten. Mijn vleugelvlakken worden gescheurd, een stut en een langsframe worden stukgeschoten, de schroef is geraakt. - Ik van mijn kant hoop hem eveneens pijn te doen: mijn kogels vertrekken en mijn goed klein Lewis-machinegeweer maakt een wild geluid. - Maar de Mof heeft het voordeel van sneller te zijn, hij draait rondom mij. -Ik voel dat ik in een kritieke situatie terecht kom, ... wanneer opeens de Nieuport opdaagt. - De Mof vlucht weg in de richting van Zarren, wij zijn gered. - Uit de grond van mijn hart denk ik nooit de dood van zo nabij in de ogen gezien te hebben. - Nochtans was dit een mooie dag... "

Voor zijn 108ste vlucht, op 22 januari 1916, zorgt Coomans voor een primeur in de luchtwaarneming. Hij voert een nachtvlucht uit voor het regelen van het vuur van een 75 mm batterij, op het kasteel van Woumen - de opdracht lukt wonderwel. Een briljant idee van hem werd hier geëxperimenteerd.

Op 23 januari 16 neemt Charles zijn eerste luchtfoto's - het resultaat is verbluffend. Dezelfde dag wordt hij vermeld op de dagorder van de Vierde Legerdivisie:

" Voor moed en koelbloedigheid betoond tijdens de vuurregeling, toen hij gedurende 43 minuten blootgesteld werd aan het hevige vuur van 10,5 cm kanonnen."

Begin maart 1916 doet Coomans zijn eerste stappen als piloot : John de Roest d'Alkemade leert hem de beginselen van het vliegen.

Tijdens zijn 165ste vlucht, een verkennings- en bombardementsvlucht, wordt Charles boven Kaaskerke geraakt door een granaatsplinter, en hierdoor gekwetst aan het voorhoofd, zonder veel erg echter.

De 200ste vlucht, een fotografische opdracht, voert Coomans uit op 24 augustus 1916.

Tijdens de nacht van 6 op 7 september vliegt hij zijn fameuze raid op Brussel.

De dood loert

Eind mei 1917 wordt Charles Coomans benoemd tot Ridder in de Kroonorde. Na een zeer bewogen vlucht op 9 juni 1917, waar hij ternauwernood aan de dood ontsnapt, en waarbij René de Chestret zwaar gewond raakt bij een poging om het vliegtuig van Coomans te beschermen, wordt deze laatste vermeld op de dagorder van het Legerkorps, samen met zijn piloot de Meeus.

De 250ste vlucht wordt op 26 juni 1917 in zijn dagboek laconiek vermeld als een foto opdracht.

Op 10 juli 1917 wordt Charles samen met de Meeus ontvangen door Koning Albert.

Coomans overhandigt de Vorst een fotoalbum dat de fotoreportage bevat die hij maakte van de vlucht die de Koning, met de Meeus als piloot, op 6 juli 17 boven de Belgische lijnen uitvoerde.

15 juli 1917 is een verschrikkelijk droevige dag voor Coomans. Zijn piloot sinds twee jaar, Onderluitenant Jacques de Meeus gaat een nieuwe Farman HF 40 uittesten met Onderluitenant Charles Kervyn de Lettenhoven. Boven de streek Diksmuide - Vladslo worden ze aangevallen door twee Duitsers. Na een hevig luchtgevecht, waarbij de Belgen niet moesten onderdoen voor hun tegenstrevers, geraakt de HF 40 niet meer uit zijn duikmaneuver en slaat te pletter in de Duitse linies. Dit is een zware klap voor Coomans, die hierbij niet alleen een uitstekend piloot maar ook een zeer goede vriend verliest.

Dit verlies moet een grote leegte nagelaten hebben bij Charles want doorheen zijn dagboek blijft steeds een zweem van weemoed zweven. Door de enorme morele klap houdt hij gedurende een achttal maanden zijn dagboek nog slechts sporadisch bij. Slechts op 22 april 1918 herneemt hij zijn oude gewoonte, met een overzicht van de voornaamste gebeurtenissen uit zijn steriele schrijfperiode.

Mogelijks zette dit verlies hem ook aan om zijn testament neer te schrijven. Om de volledige gevoelswaarde van de brief te behouden, werd deze tekst niet vertaald.

(Lettre écrite le 11 janvier 1918)

A mes chers parents,

En ces tristes jours d'hiver, où tout fait songer à la mort, j'ai tenu à écrire ces quelques mots qui seront le dernier adieu de votre fils.

Je vous ai beaucoup aimés. Vous aviez fait de moi, par une éducation à laquelle vous vous étiez consacrés entièrement, un fils respectueux et tendre, un soldat aimant son pays.

J'ai fait ce que j'ai pu pour mériter votre affection ; fier du nom que je porte, j'ai voulu qu'il soit synonyme d'honneur et de bravoure.

La guerre m'a donc trouvé prêt; je l'ai accueillie, cette guerre, sinon avec joie, du moins avec l'enthousiasme patriotique qu'elle a soulevé en 1914; je l'ai faite ensuite avec passion, y consacrant toute ma force, toute mon intelligence, toute ma vie. -Cette vie je la dois à ma Patrie, au Roi, qui m'ordonne de la défendre, et c'est avec joie que je la lui donne, heureux de verser mon sang pour lui.

Ne vous désolez donc pas, mes Chers Parents, de ne plus me voir auprès de vous; sèche tes larmes, chère Maman, toi qui fus pour nous la plus exquise des mères.

" On ne pleure pas ses morts ; on évoque leur souvenir avec fierté."

Dites à mes frères et surtout à mon brave Constant, que je les remercie du fond du cœur de toute l'affection qu'ils m'ont témoignée; unis dans le même amour pour vous, nous nous sommes toujours sentis très forts.

Dites aussi adieu à tous nos amis ; qu'ils sachent que leur témoinage de sympathie m'ont permis de triompher de tous les obstacles. Je songe avec émotion au geste sublime de Pierre de Chestret (1), versant son sang pour moi ;

je songe au brave Jacques de Meeus, mon pilote, que je vais retrouver là-haut.

Adieu donc, chers parents ; la dernière pensée de celui qui a eu le bonheur d'être votre enfant sera pour vous.

Vive la Belgique! vive le Roi!

(signé) CHARLES.

In die tijdspanne wordt Charles vermeld op de dagorder van de Eerste Franse Divisie, en wordt hem het Franse Oorlogskruis verleend.

Hij krijgt de leiding over de Fotografische Dienst van het Luchtvaartkorps gevestigd te Houtem. In die richting had hij reeds heel wat baanbrekend werk heeft verricht.

Ondertussen heeft hij ook een nieuwe vaste piloot in de persoon van Onderluitenant John de Roest d'alkemade, een oude rot in het vak. Ook in de "monturen" is er een verbetering te bemerken, de HF 40 wordt opgevolgd door de Sopwith 1 1/2 Strutter.

Uiteindelijk wordt het nieuwe team met een tweepersoons Spad XI uitgerust; dit laatste vliegtuig wordt vrij veel geplaagd door pannes en wordt dan tijdelijk vervangen door de Breguet XIV.

Op 22 april 1918 wordt Coomans vermeld op de dagorder van de Derde Legerdivisie, voor zijn uitzonderlijke leiding van het 4de Smaldeel op 17 april 1918, tijdens een massa-aanval op de Duitse linies.

Op 7 juli 1918 doet Coomans mutatie van de 4e Escadrille naar het 7de Smaldeel; deze mutatie is het gevolg van een persoonlijke aanvraag om van eenheid te veranderen. Zijn piloot John de Roest d'Alkemade vergezelt hem : hun Spad XI volgt eveneens naar het nieuwe smaldeel.

Bij de aanvang van het Bevrijdingsoffensief slaat het noodlot toe. Op 28 september 1918 vouwen de vleugels van Charles Coomans zich voor eeuwig dicht. Hij komt om bij Houthulst.

Personalia: 
Coomans Charles
Locatie


Bronnen: 
De Win Guy: Charles Coomans en de raid op Brussel, in : Contact N°21
Coomans (Lieutenant Ch.), Carnet de Campagne 1914-1918. - Evere : Centrum voor Historische Documentatie der Krijgsmacht.
Lyr (R.), Onze Helden Gesneuveld voor het Vaderland - Brussel : Nationale Uitgeverij, 1931